Breedtesport

Serie Grip op jouw groep: deel 4 - Op welke wijze kun jij als trainer beïnvloeden?

Als trainer ben jij onderdeel van de dynamiek in de groep. Hoe langer dat groepsproces al bezig is, hoe moeilijker het wordt om er invloed op uit te oefenen. In dit vierde en laatste artikel kijken we daarom specifiek naar wat jij als trainer op dat moment nog kan doen.

Dit jaar geen goede voornemens!

Het nieuwe jaar is begonnen! Traditiegetrouw waarschijnlijk vol met 'goede voornemens'. Dat is in januari altijd een hot topic en komt overal voorbij. In dit artikel laten we iets anders aan bod komen. Met een knipoog naar één van de meest gemaakte goede voornemens: meer sporten. Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat dat goede voornemen geen goed VOORnemen meer is, maar juist iets dat je al standaard doet?

Teambuilding voor de jonge jeugd: kan dat?

Wanneer ik een lezing of workshop geef naar aanleiding van mijn boek Synergie, worden mij vrijwel altijd de volgende vragen gesteld: Kan je al teambuilding doen met de jonge jeugd? Vanaf welke leeftijd kan dit? En hoe pak ik dat dan aan? Het leek me daarom goed om aan deze vragen eens blogartikel te wijden.

Serie Grip op jouw groep - deel 3 De ongeschreven regels

In artikel #2 is beschreven hoe je inzicht kan krijgen in wie de meest invloedrijke sporters in jouw groep zijn, door het opstellen van een sociogram. Degene die als meest invloedrijk in dat sociogram staat, is vaak (maar niet altijd!) degene die ook de grootste stempel drukt op het gedrag van de groep. Dat doet hij of zij door het opleggen van ongeschreven regels, je zou ze ook sociale normen kunnen noemen. Het geheel van die sociale normen heeft een bepaald effect op het gedrag van jouw sporters, dat effect is hetgeen waar jij als trainer last van kan hebben. Een last die, in meer of mindere mate, ook door de andere sporters in de groep ervaren kan worden. Door vervolgens woorden te geven aan dat effect maak je het tastbaarder, concreter. We noemen dat vanaf nu de dominante norm .

Serie Grip op jouw groep: deel 2 - Groepsdynamisch observeren

Wanneer je als trainer het gevoel hebt dat er ‘iets’ speelt in je groep, is dat een goede aanleiding om eens in te zoomen op de dynamiek in de groep. Het kan dan zinvol zijn om een training zodanig voor te bereiden en in te richten dat de dynamiek in de groep makkelijk (-er) zichtbaar wordt. Het eerste wat je daarvoor moet doen is nadenken over de opzet van je training en de rol die jij daarin neemt. Het groepsdynamisch observeren, zoals dat is uitgewerkt in het boek Ik in de wij is hier zeer geschikt voor. Onderstaande stappenplan is dan ook grotendeels gebaseerd op die werkwijze. Voor de concrete invulling en om het geheel leesbaar te houden wordt hier één mogelijk scenario uitgewerkt, daarbij gaan we uit van een trainingsgroep van twaalf meiden, van 11-12 jaar oud. In werkelijkheid zijn de mogelijke uitkomsten natuurlijk eindeloos.

Serie Grip op jouw groep: deel 1 - Beïnvloeding

Veel jeugdtrainers hebben het wel eens meegemaakt. Je kondigt aan dat dezelfde oefening nogmaals gedaan wordt, maar dat ze andere tweetallen moeten maken. Op dat moment hoor je Victor roepen: “Sam, wij?” Braaf komt Sam naar Victor toegelopen, waarna ze samen aan de slag gaan. Het is een situatie die makkelijk te missen is, maar die voor jou als trainer wel waardevolle informatie kan bevatten. Het betekent namelijk dat Victor op dat moment invloed heeft op het gedrag van Sam. Het is dan interessant om te achterhalen of dit een toevallig voorval is, of onderdeel van een terugkerend patroon? En als het onderdeel blijkt van een terugkerend patroon, dan is het goed om te onderzoeken of het een gewenst (onschuldig) patroon is. Als je bijvoorbeeld weet dat het goede vrienden zijn waarbij de beïnvloeding ook regelmatig andersom is, dan zal er waarschijnlijk niks aan de hand zijn. Is de beïnvloeding altijd in dezelfde richting of wordt Sam ook in allerlei andere situaties door Victor verteld wat hij moet doen, dan kan het zijn dat er ook ongewenste effecten zijn. Nu is de relatie (en daarmee ook de beïnvloeding) tussen twee sporters over het algemeen goed te managen. Maar met ieder extra trainings- / teamgenoot, neemt het aantal onderlinge relaties en dus ook de complexiteit van de dynamiek enorm toe. De optelsom van al die relaties en onderlinge beïnvloeding zou je groepsdynamiek kunnen noemen .

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (4)

In dit laatste artikel van de vierdelige serie over de pedagogische opdracht van een jeugdtrainer, zoomt sportpedagoog Bart Schmeits in op autonomie. Centraal in deze reeks staat het in 2002 gepubliceerde gedachtegoed van Deci en Ryan, de Self Determination Theory (SDT). In het Nederlands bekend als de zelfdeterminatietheorie. Deze theorie gaat ervanuit dat ieder mens van nature drie psychologische basisbehoeften heeft: competentie, relatie en autonomie. Bart Schmeits voorziet in deze reeks korte artikelen alle welwillende en goedbedoelende vrijwilligers van achtergrondinformatie en concrete tips, opdat iedereen zijn of haar rol zo goed mogelijk kan vervullen. Ook in de ogen van de sporters!

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (3)

Een sporter moet het gevoel hebben erbij te (kunnen) horen en welkom te zijn. Hiervoor zijn veiligheid en sociale steun van essentieel belang. Daarbij gaat het dus niet alleen om de relatie tussen de trainer-coach en de sporter, maar juist ook om de relatie tussen de verschillende sporters in de groep. Als trainer-coach heb je middels het opleggen van regels aan … en het maken van afspraken met je trainingsgroep een middel in handen om al deze relaties op een positieve manier te beïnvloeden.

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (2)

De mate waarin je als trainer-coach in staat bent om de basisbehoeften van je sporters te vervullen, heeft invloed op het gedrag dat jouw sporters vertonen. Als je dat als trainer goed doet, is de kans op gewenst (positief) gedrag een stuk groter. Het tegenovergestelde geldt ook. Wanneer je dat als trainer niet voor elkaar krijgt vergroot dat de kans op ongewenst (negatief) gedrag. In deze vierdelige serie van sportpedagoog Bart Schmeits staat het gedachtengoed van de zelfdeterminatietheorie centraal. Deze theorie gaat ervanuit dat ieder mens van nature drie psychologische basisbehoeften heeft: competentie, relatie en autonomie. In deze reeks korte artikelen voorziet Bart Schmeits al die welwillende en goedbedoelende vrijwilligers van achtergrondinformatie en concrete tips, opdat iedereen zijn of haar rol zo goed mogelijk kan vervullen. Ook in de ogen van de sporters!

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (1)

Iedere trainer-coach die werkt met sporters in de leeftijd van het basis- of voortgezet onderwijs krijgt van zijn sporters een rol als opvoeder toebedeeld. Dat doen de sporters niet bewust, en voor de trainer is die rol ook niet te weigeren. Specifiek over dat onderwerp heeft sportpedagoog Bart Schmeits een serie korte artikelen geschreven, waarin hij al die welwillende en goedbedoelende vrijwilligers voorziet van achtergrondinformatie en concrete tips, opdat iedereen zijn of haar rol zo goed mogelijk kan vervullen. Ook in de ogen van de sporters!

Trainer-coach is een vak! Nieuwe opleiding Ad Sport

In september 2023 start weer de tweejarige associate degree deeltijdopleiding: de Ad Sport, uitstroomprofiel Topsport- en Talentcoach. Het is de ideale stap voor (ex-) topsporters die trainer-coach willen worden en voor getalenteerde coaches bij bonden en verenigingen die zich in twee jaar willen ontwikkelen tot trainer-coach op het hoogste (top)sportniveau.

Variatie is voor OldStars trainers de sleutel om ouderen beter te laten bewegen

Dominique Danton (66) uit Leiden en Jacqueline van der Bas (66) uit Alphen aan de Rijn zijn twee enthousiaste OldStars-trainers. Aan de hand van de methode van het Athletic Skills Model (ASM) richten ze hun lessen in en zien ze ouderen met sprongen vooruit gaan. “Een vrouw van 82 zonder voetbalachtergrond kan nu een bal met zowel links als rechts aannemen, wegdraaien en passen. Dat is toch geweldig?”

Coach speelt sleutelrol bij de brede ontwikkeling van jonge sporters

Op het gebied van de begeleiding en ontwikkeling van jonge sporters wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. De motorische ontwikkeling van kinderen, vroeg of laat specialiseren, talentonwikkeling en het geboortemaandeffect zijn onderwerpen waar sportonderzoekers zich al langer over buigen. Dat ook trainer/coaches deze ontwikkelingen voor jeugdsporters op de voet volgen, bleek dinsdag eens te meer bij het Jaarcongres Wetenschap voor de Sportpraktijk van NLcoach en Topsport Topics. Ruim honderd trainer/coaches en andere sport/zorgprofessionals gingen naar huis met nieuwe toepasbare kennis en de bevestiging dat zij een cruciale rol spelen bij de ontwikkeling van jonge sporters.

Onderzoek: veilig sportklimaat kost 16 miljoen euro per jaar

Voor een veilig sportklimaat zonder grensoverschrijdend gedrag is minstens zestien miljoen euro per jaar nodig. Met dat bedrag kan de georganiseerde sport in ons land de basismaatregelen nemen op het gebied van preventie, educatie en handhaving om excessen te voorkomen. Om optimale integriteitsmaatregelen in te voeren, zowel op verenigingsniveau als in de topsport, is structureel ruim het dubbele nodig. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Berenschot in opdracht van NOC*NSF.

Campagne gratis VOG-regeling: 'Heb jij 'm al?'

Op maandag 8 november is het Centrum Veilig Sport Nederland gestart met de VOG inspiratiecampagne 'Heb jij 'm al?'. Met deze campagne worden sportclubs gewezen op de gratis VOG regeling voor vrijwilligers. Het doel van de campagne is het verhogen van de sociale veiligheid op sportclubs.

Trainen van (kleine) kinderen en pubers: zet je sporter centraal

Mensen gaan om verschillende redenen sporten. Voor de sociale contacten, om grenzen te verleggen, om gewicht kwijt te raken, om te wedijveren met anderen, om…. De belangrijkste reden om te blíjven sporten is echter voor iedereen hetzelfde: plezier. Om plezier te beleven moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Een daarvan is dat de activiteit moet passen bij de sporter. Hoe doe je dat als je werkt met (kleine) kinderen en pubers?