Hoe voorkom je dat je team de winst uit handen geeft?

Het overkomt veel sportteams: na een goede start van de wedstrijd, een riante voorsprong, de winst al in gedachten, valt het kwartje ineens de andere kant op. De tegenstander komt op stoom en scoort het ene na het andere punt. Ineens kijk je tegen een achterstand aan, en niets lijkt meer te lukken. Wanhoop, frustratie en voorzichtig spel of juist geforceerde acties volgen, de wedstrijd gaat uiteindelijk verloren...

Collective Sport Collapse

Dit heeft natuurlijk te maken met een verlies van focus bij individuele spelers, maar ook met veranderingen in de dynamiek tussen de spelers op het veld. In de wetenschappelijke literatuur wordt dit ook wel Collective Sport Team Collapse genoemd: een plotselinge en flinke prestatieverslechtering van (een groot deel van) het team, waarbij het niet meer lukt deze om te draaien. Een probleem waar veel sportteams tegenaan lopen. Dit blog gaan we in op risicofactoren, kritieke gebeurtenissen en uitkomsten die Collective Team Collapse in stand houden.

Voordat we dit gaan doen; Collective Team Collapse is iets anders dan negatief momentum (hier lees je meer over in dit blog. Waar momentum binnen een wedstrijd vaak een ‘moment’ is en heen en weer gaat tussen de twee teams, is Collective Team Collapse iets dat een van de teams in een wedstrijd overkomt, en wat meer chronisch en extreem van aard is; als het eenmaal gebeurt het lukt niet meer dit te keren.

Risicofactoren

Verschillende factoren zorgen ervoor dat een team in een bepaalde wedstrijd kwetsbaar is voor Collective Team Collapse. Forse wedstrijdspanning en de uitkomst van de wedstrijd als heel belangrijk zien, is daar een van. Denk aan: als we deze winnen behalen we de play-offs, of: als we deze verliezen degraderen we. Ten tweede: een teveel aan zelfvertrouwen. Wanneer de verwachting is ‘dat we toch wel gaan winnen’, is de focus minder sterk, werken spelers net wat minder hard of worden ze slordig in hun passing. Ook een minder goede voorbereiding is een risicofactor. Spelers zijn tijdens de warming-up te veel met andere dingen (bekenden in het publiek) bezig, of letten minder goed op tijdens de time-out. Opkijken tegen de tegenstander en minder vertrouwen in eigen kunnen is een vierde risicofactor voor Collective Team Collapse.

Kritieke gebeurtenissen

Wedstrijdspanning, te veel of te weinig zelfvertrouwen en een suboptimale voorbereiding: dit hoeft niet te betekenen dat het team vervolgens onderpresteert. Collective Team Collapse ontstaat pas na een kritieke gebeurtenis tijdens de wedstrijd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een onfortuinlijke ‘fout ‘van een speler (hands in het strafschopgebied, waar je niets aan kunt doen) of een aantal fouten dat het team kort achter elkaar maakt. Of omgekeerd: bij de tegenstander lukt alles. Ook de beslissing van een scheidsrechter kan Collective Team Collapse in gang zetten, of een onderbreking van de wedstrijd door bijvoorbeeld een blessure of vuurwerk op het veld.

Uitkomsten

Zo’n kritische gebeurtenis op het veld heeft vervolgens een impact op het team, zowel op cognities, emoties en gedrag, welke Collective Team Collapse in stand houden. Denk bij cognities aan stressvolle en onzekere gedachten, en een focus op vermijden van verlies in plaats van op kansen. Emoties die ontstaan zijn wanhoop, frustratie en angst. En voorbeelden van gedragsveranderingen zijn stoppen met initiatief nemen, voorzichtig spel of juist overhaasten, afname van effectieve communicatie en afwijken van het wedstrijdplan. Wat verder naar voren komt uit het onderzoek is dat spelers elkaar aansteken: ze nemen elkaars cognities, emoties en gedrag over. En dan lukt dus ineens niets meer, en is het vrijwel onmogelijk om opnieuw goed in de wedstrijd te komen.

Praktische implicaties

Sport blijft sport, winst en verlies horen erbij, en je hebt nu eenmaal niet overal controle over. Belangrijk is om energie te steken in de factoren waar je wel invloed op hebt: ‘control the controllables’. Kijkend naar het model kan je als coach van een sportteam op verschillende factoren invloed uitoefenen. Denk bijvoorbeeld aan het trainen van emotie-regulatie vaardigheden bij spelers, zoals het emotioneel effectief reageren op tegenslag. Tegenslag valt natuurlijk te simuleren in trainingen, meer hierover lees je bijvoorbeeld in het boek CHAOS. Een andere mogelijkheid is het trainen van een focus op kansen en succesvolle acties in plaats van op vermijden van verlies (doeloriëntatie).

Ook in de voorbereiding liggen kansen: een degelijke voorbereiding/warming-up zonder afleidingen, en uitgaan van eigen kwaliteiten in plaats van bij voorbaat te verwachten dat winst er niet in zal zitten. Heel concreet: in de week voorafgaand aan een belangrijke wedstrijd of tegen een goede tegenstander praten spelers vaak heel anders over die wedstrijd, dan wanneer ze die als minder spannend ervaren: met minder ontspanning en meer ontzag. Hiermee beïnvloeden ze elkaar op een negatieve manier, nog voordat de wedstrijd begonnen is.

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN® en is gespecialiseerd in het beter laten samenwerken van teams op het hoogste sportniveau. Ze is auteur van het boek SYNERGIE.