Teambuilding

Teambuilding voor de jongste jeugd

Wie in de sport werkt met groepen, weet dat het omgaan met de dynamiek binnen de groep ingewikkeld kan zijn. De groep kan bijvoorbeeld enorm druk zijn of juist heel rustig, er kan sprake zijn van wrijving tussen spelers of ze verschillen onderling sterk in motivatie. Geen groep is hetzelfde, en ieder seizoen sta je voor een nieuwe uitdaging. Als trainer-coach speel je hierin een belangrijke rol. Jij bent medeverantwoordelijk voor het creëren van een effectief leerklimaat met een open en veilige sfeer, waarin alle kinderen zich vrij voelen om te sporten, te praten en nieuwe dingen te proberen. Essentiële basisvoorwaarden voor het behoud van plezier en persoonlijke en sportieve ontwikkeling.

Hoe voorkom je dat je team de winst uit handen geeft?

Het overkomt veel sportteams: na een goede start van de wedstrijd, een riante voorsprong, de winst al in gedachten, valt het kwartje ineens de andere kant op. De tegenstander komt op stoom en scoort het ene na het andere punt. Ineens kijk je tegen een achterstand aan, en niets lijkt meer te lukken. Wanhoop, frustratie en voorzichtig spel of juist geforceerde acties volgen, de wedstrijd gaat uiteindelijk verloren...

Effectieve rolverdeling in je team

In een sportteam (of ieder team) is een belangrijke vuistregel: hoe meer duidelijkheid je weet te creëren, hoe beter de individuele- en teamprestaties. Om een voorbeeld te geven: ik sprak eens een teamsporter, die eigenlijk niet zo goed wist wat de coach van haar verwachtte op het veld. Daar werd ze onzeker van. Ze ging zich voortdurend afvragen: doe ik wel het juiste? Als ze gewisseld werd, dacht ze dat ze iets verkeerd deed, maar ze vond het lastig dit te vragen. Ze durfde niet te veel risico’s te nemen en ging zich inhouden. Als ze in schotpositie kwam, twijfelde ze, waardoor ze vaker miste. Door haar onzekerheid ging ze weinig vooruit en presteerde ze niet zoals in het seizoen ervoor.

Serie Grip op jouw groep: deel 4 - Op welke wijze kun jij als trainer beïnvloeden?

Als trainer ben jij onderdeel van de dynamiek in de groep. Hoe langer dat groepsproces al bezig is, hoe moeilijker het wordt om er invloed op uit te oefenen. In dit vierde en laatste artikel kijken we daarom specifiek naar wat jij als trainer op dat moment nog kan doen.

Teambuilding voor de jonge jeugd: kan dat?

Wanneer ik een lezing of workshop geef naar aanleiding van mijn boek Synergie, worden mij vrijwel altijd de volgende vragen gesteld: Kan je al teambuilding doen met de jonge jeugd? Vanaf welke leeftijd kan dit? En hoe pak ik dat dan aan? Het leek me daarom goed om aan deze vragen eens blogartikel te wijden.

Serie Grip op jouw groep - deel 3 De ongeschreven regels

In artikel #2 is beschreven hoe je inzicht kan krijgen in wie de meest invloedrijke sporters in jouw groep zijn, door het opstellen van een sociogram. Degene die als meest invloedrijk in dat sociogram staat, is vaak (maar niet altijd!) degene die ook de grootste stempel drukt op het gedrag van de groep. Dat doet hij of zij door het opleggen van ongeschreven regels, je zou ze ook sociale normen kunnen noemen. Het geheel van die sociale normen heeft een bepaald effect op het gedrag van jouw sporters, dat effect is hetgeen waar jij als trainer last van kan hebben. Een last die, in meer of mindere mate, ook door de andere sporters in de groep ervaren kan worden. Door vervolgens woorden te geven aan dat effect maak je het tastbaarder, concreter. We noemen dat vanaf nu de dominante norm .

Serie Grip op jouw groep: deel 2 - Groepsdynamisch observeren

Wanneer je als trainer het gevoel hebt dat er ‘iets’ speelt in je groep, is dat een goede aanleiding om eens in te zoomen op de dynamiek in de groep. Het kan dan zinvol zijn om een training zodanig voor te bereiden en in te richten dat de dynamiek in de groep makkelijk (-er) zichtbaar wordt. Het eerste wat je daarvoor moet doen is nadenken over de opzet van je training en de rol die jij daarin neemt. Het groepsdynamisch observeren, zoals dat is uitgewerkt in het boek Ik in de wij is hier zeer geschikt voor. Onderstaande stappenplan is dan ook grotendeels gebaseerd op die werkwijze. Voor de concrete invulling en om het geheel leesbaar te houden wordt hier één mogelijk scenario uitgewerkt, daarbij gaan we uit van een trainingsgroep van twaalf meiden, van 11-12 jaar oud. In werkelijkheid zijn de mogelijke uitkomsten natuurlijk eindeloos.

Serie Grip op jouw groep: deel 1 - Beïnvloeding

Veel jeugdtrainers hebben het wel eens meegemaakt. Je kondigt aan dat dezelfde oefening nogmaals gedaan wordt, maar dat ze andere tweetallen moeten maken. Op dat moment hoor je Victor roepen: “Sam, wij?” Braaf komt Sam naar Victor toegelopen, waarna ze samen aan de slag gaan. Het is een situatie die makkelijk te missen is, maar die voor jou als trainer wel waardevolle informatie kan bevatten. Het betekent namelijk dat Victor op dat moment invloed heeft op het gedrag van Sam. Het is dan interessant om te achterhalen of dit een toevallig voorval is, of onderdeel van een terugkerend patroon? En als het onderdeel blijkt van een terugkerend patroon, dan is het goed om te onderzoeken of het een gewenst (onschuldig) patroon is. Als je bijvoorbeeld weet dat het goede vrienden zijn waarbij de beïnvloeding ook regelmatig andersom is, dan zal er waarschijnlijk niks aan de hand zijn. Is de beïnvloeding altijd in dezelfde richting of wordt Sam ook in allerlei andere situaties door Victor verteld wat hij moet doen, dan kan het zijn dat er ook ongewenste effecten zijn. Nu is de relatie (en daarmee ook de beïnvloeding) tussen twee sporters over het algemeen goed te managen. Maar met ieder extra trainings- / teamgenoot, neemt het aantal onderlinge relaties en dus ook de complexiteit van de dynamiek enorm toe. De optelsom van al die relaties en onderlinge beïnvloeding zou je groepsdynamiek kunnen noemen .

"Paniekvoetbal in het voetbal: kan het ook anders?"

Eind augustus wonnen zowel het Nederlands hockeyelftal dames als het Nederlands herenteam het EK hockey. De coaches van beide teams, Paul van Ass en Jeroen Delmee, hechten enorm veel waarde aan het optimaliseren van teamprocessen, waarin waarden als toewijding, elkaar beter maken, duidelijkheid en eerlijkheid centraal staan. Beide coaches hebben vanaf hun aanstelling (van Ass sinds 2022 en Delmee sinds 2021) veel tijd en energie in het teamproces geïnvesteerd.

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (4)

In dit laatste artikel van de vierdelige serie over de pedagogische opdracht van een jeugdtrainer, zoomt sportpedagoog Bart Schmeits in op autonomie. Centraal in deze reeks staat het in 2002 gepubliceerde gedachtegoed van Deci en Ryan, de Self Determination Theory (SDT). In het Nederlands bekend als de zelfdeterminatietheorie. Deze theorie gaat ervanuit dat ieder mens van nature drie psychologische basisbehoeften heeft: competentie, relatie en autonomie. Bart Schmeits voorziet in deze reeks korte artikelen alle welwillende en goedbedoelende vrijwilligers van achtergrondinformatie en concrete tips, opdat iedereen zijn of haar rol zo goed mogelijk kan vervullen. Ook in de ogen van de sporters!

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (3)

Een sporter moet het gevoel hebben erbij te (kunnen) horen en welkom te zijn. Hiervoor zijn veiligheid en sociale steun van essentieel belang. Daarbij gaat het dus niet alleen om de relatie tussen de trainer-coach en de sporter, maar juist ook om de relatie tussen de verschillende sporters in de groep. Als trainer-coach heb je middels het opleggen van regels aan … en het maken van afspraken met je trainingsgroep een middel in handen om al deze relaties op een positieve manier te beïnvloeden.

Het verschil maken in het voorseizoen? Vergeet de teamdynamiek niet!

Mei en juni zijn de maanden waarin veel sportcompetities eindigen. En dan: voor je het weet breekt het nieuwe seizoen aan, met voor iedereen nieuwe kansen. Met frisse energie ga je aan de slag om er weer een mooi seizoen van te maken. Met zowel aandacht voor individuele ontwikkeling, als het trainen van het samenspel op het veld.

Serie: De pedagogische opdracht van een jeugdtrainer (1)

Iedere trainer-coach die werkt met sporters in de leeftijd van het basis- of voortgezet onderwijs krijgt van zijn sporters een rol als opvoeder toebedeeld. Dat doen de sporters niet bewust, en voor de trainer is die rol ook niet te weigeren. Specifiek over dat onderwerp heeft sportpedagoog Bart Schmeits een serie korte artikelen geschreven, waarin hij al die welwillende en goedbedoelende vrijwilligers voorziet van achtergrondinformatie en concrete tips, opdat iedereen zijn of haar rol zo goed mogelijk kan vervullen. Ook in de ogen van de sporters!

Momentum: hoe ontstaat het en hoe zet je het naar je hand?

Momentum in wedstrijden: minuten waarin je het gevoel dat alles vanzelf gaat, scores die makkelijk vallen, een tegenstander bij wie het allemaal niet lukt. Ieder balsportteam is er bekend mee. Het zorgt ervoor dat een team snel kan uitlopen. Momentum wordt door zowel coaches als sporters vaak omschreven als iets ongrijpbaars. Als een onvoorspelbaar en haast bovennatuurlijke kracht, buiten de controle van de coach of het team. Overigens wel een kracht met een groot effect op de beleving en de uitkomst van een wedstrijd. Er is veel onderzoek gedaan naar momentum in wedstrijden, en uit dat onderzoek blijkt het met de ongrijpbaarheid ervan wel mee te vallen. Zodra je als coach het mechanisme achter dit fenomeen begrijpt, kan je de kans op momentum bij het eigen team vergroten, en momentum bij de tegenstander juist voorkomen of zo snel mogelijk afbreken.

De kerstperiode: het startpunt om je team een vliegende eindsprint te bezorgen

De laatste weken van het jaar. De periode van kerstbomen, oliebollen en vuurwerk. De periode van terugkijken en vooruitblikken. De meeste sportteams hebben in deze weken even rust. Net zoals de meeste coaches zal je stilstaan bij de behaalde prestaties in de eerste maanden, en plannen maken voor de tweede helft van het seizoen.

Het loopt voor geen meter… wat te doen?

Het competitieseizoen is voor veel sportteams alweer even op weg. Sommige teams kennen een goede eerste seizoenshelft, terwijl het bij andere teams voor geen meter gaat... Waar ga je als trainer-coach beginnen om het team richting de tweede seizoenshelft op de rit te krijgen?