Doelen stellen in het nieuwe normaal: hoe doe je dat?

© Shutterstock

Of je nu toewerkt naar de Olympische Spelen, het clubkampioenschap of het breken van je persoonlijke record, we stellen allemaal doelen om onszelf gemotiveerd te houden. Het is vaak die stip op de horizon die ons stimuleert om in de kou tóch op de fiets te stappen. Maar doelen stellen in coronatijd, hoe doe je dat?

Hoe stel je nog doelen als het wedstrijdseizoen van zowel dit als volgend jaar op losse schroeven staat en om de haverklap je trainingsroutine wordt verstoord met nieuwe richtlijnen? Onderstaande tips helpen in het aanpassen van je doelen aan het nieuwe normaal en het vasthouden van je motivatie, zowel voor jou als coach, als om mee te geven aan je sporters.

1. Focus op het controleerbare
Dit is een tip voor alle facetten van het leven en in deze tijd nog extra van belang. Grof gezegd: voor alles buiten jouw controle kan je hoog of laag springen, maar er verandert niets. Denk hierbij aan het weer, de sportreglementen of de nieuwste coronarichtlijnen. Richt die energie liever op iets wat wél binnen je controle ligt, bijvoorbeeld het toevoegen van extra trainingen thuis of buiten.

2. Stel minder resultaatdoelen en meer prestatie- en procesdoelen
Er bestaan verschillende soorten doelen, gericht op resultaat, prestatie of proces. De meeste sporters zijn heel goed in het stellen van resultaatdoelen. (Bijvoorbeeld: Ik wil de komende wedstrijd winnen, me kwalificeren voor de finale of sneller zijn dan mijn hardloopmaatje.) Resultaatdoelen zijn gericht op het halen van een resultaat en liggen meestal niet helemaal binnen jouw controle. Je bent bijvoorbeeld afhankelijk van hoe goed andere sporters presteren en in de huidige tijd, of de wedstrijd wel door kan gaan.

Een prestatiedoel is gericht op een prestatie van jezelf. (Bijvoorbeeld: het verliezen van 5 kilo gewicht, 10k lopen in 50 minuten, of 10 pull ups zonder te stoppen.) Dit zijn doelen die al veel meer binnen jouw controle liggen en daarmee verstandiger in ‘het nieuwe normaal’. Het enige nadeel van een prestatiedoel is dat je nog niet hebt bedacht hóé je dat doel gaat halen.

Een procesdoel gaat over het verrichten van een bepaalde handeling. (Bijvoorbeeld: ik wil drie keer in de week hardlopen, ik wil ‘s avonds na 8 uur niet meer snacken of ik wil elke dag mijn fysio-oefeningen doen.) Dit zijn doelen die vrijwel helemaal binnen jouw controle vallen en ook nog eens lekker concreet zijn. Die concrete stappen maken het niet alleen overzichtelijk, maar zorgen ook dat je brein bij elk behaald doel (na elke keer hardlopen en na elke geslaagde snackvrije avond) een klein dopamine-shotje afvuurt. Doel gehaald! Dat voelt fijn en smaakt naar meer.

Help je sporters voor maximaal resultaat een prestatie- en procesdoel combineren. ‘Als stip op de horizon wil ik 10 km lopen in 50 minuten (prestatiedoel), om dat te bereiken wil ik 3 keer in de week hardlopen en elke dag mijn fysio-oefeningen doen (procesdoelen).’

3. Wat is jouw ‘waarom‘?
We worden nu allemaal geforceerd om een stap terug te doen. Hoe vervelend dat ook is, het geeft wel ruimte om weer eens stil te staan bij jouw ‘waarom?‘ Waarom doe jij eigenlijk wat je doet? Wat vind je zo leuk aan je sport? En heb je misschien een droomdoel? Voor veel sporters is dat de Olympische Spelen, een EK of WK, maar een droomdoel kan ook het leren van een salto zijn, of ‘lekker in je vel zitten‘. Wat geeft jou die twinkeling in je ogen of die kriebel in je buik? Laat je sporters daar wat kernwoorden van opschrijven of foto’s verzamelen van momenten die in de buurt kwamen van dat gevoel. Door stil te staan bij het ‘waarom‘ wakker je dat motivatievlammetje weer even stevig aan.

4. Omdenken - wat kan je nu juist wél trainen?
Veel sporters hebben het gevoel dat ze tijd tekortkomen. Nu er minder wedstrijden zijn en de vaste trainingsroutine is weggevallen, is er juist tijd voor de dingen die er normaal bij inschieten. Denk daarbij aan blessurepreventie, mentale training, lenigheid, uithoudingsvermogen of het aanleren van nieuwe technieken. Dat kunnen allemaal dingen zijn die in de normale trainingen geen prioriteit hebben, maar sporters in de toekomst wel een edge geven. Misschien zijn dit juist dingen die je heel goed thuis of buiten kunt trainen! Zoek naar die edge, wat kan er nu juist wél?

5. Zoek een corona-sportbuddy!
Samen sta je nou eenmaal sterker. Noem het gedeelde smart, een stok achter de deur of morele steun, het hebben van een sportbuddy werkt motiverend. Dus, stimuleer sporters in het zoeken van onderlinge steun. Stel samen doelen, maak een plan en hou elkaar eraan. Samen hardlopen is leuker dan alleen, maar een virtueel buikspierkwartier met je teamgenoot ook. Check dagelijks via WhatsApp of iedereen zijn trainingsdoelen voor de dag heeft gehaald, want ook dat berichtje ‘Training voor vandaag - check‘ geeft jouw brein weer dat dopamine-shot, en daarvan kan je er nooit te veel hebben!

Dit alles geldt natuurlijk voor jouw doelen als mens, als coach, en voor de doelen van je sporters. Dus, richt je energie op wat er binnen je controle valt, stel een combinatie van prestatie- en procesdoelen, vind jouw ‘waarom‘, zoek naar mogelijkheden en doe dit alles (virtueel) samen. Want samen krijgen we niet alleen corona onder controle, maar houden we ook elkaar fit en gezond!