Spierkracht door verbeeldingskracht

Functional Imaging Theory

Onze verbeelding is een krachtig instrument om onze gedachten, gevoelens en gedrag te beïnvloeden. Stel je maar eens voor: het is half zes in de ochtend, en je wekker gaat af. Gisteravond heb je besloten om vanochtend een rondje hard te lopen. Hoeveel makkelijker is het om uit bed te komen als je denkt aan de frisse ochtendzon op je gezicht, in plaats van aan hoe moe en bezweet je je halverwege het rondje zult voelen? Je verbeelding, de manier waarop je in je hoofd aan een taak, situatie of toekomst denkt, heeft een enorme impact op je zelfvertrouwen, energie en emoties. Hoe kan je de kracht van de verbeelding van jouw sporters maximaal inzetten?

Functional Imaging Theory

Functional Imaging Theory, of FIT, is een goed onderbouwde methode waarmee je de verbeelding van jouw sporters kunt trainen. Met FIT help je sporters beelden te creëren en te oefenen, die ondersteunend zijn voor het behalen van een specifiek doel. Het kan worden gebruikt om sporters te motiveren, doelen en waarden te identificeren en hen te helpen beter te presteren.

Bijvoorbeeld: een ultra-marathonloopster oefent voor de race een aantal beelden die haar motiveren. Ze denkt aan het onoverwinnelijke gevoel dat ze heeft als ze over de finish komt, en aan hoe het kopje koffie maandagochtend op kantoor zal smaken. Als ze maandag met een geurend warm kopje koffie weer op kantoor zit heeft zij een ultramarathon gelopen, dat kan niemand meer van haar afnemen.

Voor de race heeft ze getraind om deze beelden zo levendig mogelijk op te roepen, zodat ze de visualisaties op de moeilijkste stukken van de race makkelijk kan gebruiken. Ze motiveert zichzelf door te denken aan waarom ze dit doet, de positieve, krachtige emoties te voelen en haar geloof te versterken.

Onderscheidend

Er zijn allerlei manieren om te visualiseren en doelen te stellen, en FIT is niet noodzakelijkerwijs superieur aan andere benaderingen. Het is goed om FIT te zien als een specifieke, evidence-based aanvulling op bestaande methodes.

FIT onderscheidt zich op drie vlakken:

1. Je gebruikt zo levendig mogelijke beelden. Hoe meer details en hoe meer zintuigen in de visualisatie worden aangesproken, hoe beter. Een zo rijk mogelijk beeld verhoogt de emotionele impact en betrokkenheid, waardoor de motivatie en het geloof wordt versterkt.

Ik zie mijn hardloopschoenen, wit, groen en grijs, en ik voel het randje van mijn favoriete hardloopsokken. De ochtend ruikt naar pasgemaaid gras in de dauw. Ik hoor mijn voetstappen op het asfalt, en ik voel de koele lucht langs mijn huid. Mijn benen voelen goed, krachtig, vol energie. Ik heb er zin in.

2. Je verbindt de beelden aan waarden en emoties. Waarom is dit doel voor hen belangrijk? Welke waarden vertegenwoordigt dit doel? Dit vergroot de intrinsieke motivatie, versterkt de betrokkenheid en zorgt voor duurzamere gedragsverandering.

Ik wil steeds een beetje beter worden, mijn grenzen verleggen. Je weet pas hoe veel je kunt als je jezelf steeds blijft uitdagen, dat vind ik heel belangrijk. Daar gaat deze race over, ik wil kijken wat ik kan, mijn eigen potentie ontdekken. Het voelt krachtig om steeds weer meer te kunnen dat ik zelf dacht.

3. FIT is een training. Het is de bedoeling de gevisualiseerde beelden in het dagelijks leven te integreren, en deze te vertalen naar concrete acties. Door regelmatig aan de gewenste verandering te denken en dit te verbinden aan specifieke situaties is het voor sporters makkelijker hun gedrag af te stemmen op hun doelen.

FIT in de praktijk

Er zijn veel verschillende toepassingen van FIT in de praktijk. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van techniek: een zwemmer die zich voorstelt dat hij of zij soepel door het water glijdt, perfecte techniek toepast en de finishlijn als eerste bereikt. Door dit regelmatig op te roepen kan de zwemmer zijn of haar zelfvertrouwen vergroten en de aansturing van de techniek versterken.

Een ander voorbeeld is het vergroten van zelfvertrouwen en verminderen van wedstrijdspanning: een voetballer stelt zich voor dat hij of zij zelfverzekerd, krachtig en met plezier aan een wedstrijd begint, belangrijke passes maakt en doelpunten scoort. Door deze beelden te combineren met positieve emoties kan het zelfvertrouwen groeien en de spanning verminderen.

Ook bij herstel en revalidatie kan FIT worden toegepast: een geblesseerde klimmer stelt zich voor dat hij of zij volledig hersteld is, pijnvrij kan klimmen en een moeilijke route klimt. Door deze beelden te visualiseren en te associëren met het herstelproces kan de klimmer het herstel bevorderen, het spiergeheugen blijven aanspreken en motivatie behouden.

Oke, klinkt goed allemaal. Maar hoe begin je?

1. Identificeer doelen. Help sporters specifieke, meetbare doelen te stellen. De beste doelen zijn uitdagend maar haalbaar. Moedig je sporters aan na te denken over wat ze willen bereiken, en vooral ook waarom dat voor hen belangrijk is.

2. Visualiseer succes. Hoe ziet het eruit als het doel is gehaald? Hoe voelt de sporter zich op dat moment? Moedig je sporters aan deze beelden zo levendig mogelijk te maken, en zo veel mogelijk zintuigen te betrekken. Wat horen ze bij het behalen van een persoonlijk record? Welke emotie voelen ze? Welke lichamelijke sensaties? Is het warm of koud? Hoort hier een bepaalde geur bij?

3. Verbind emotie en waarde. Vraag sporters naar de onderliggende motivatie voor deze doelen. Waarom is dit zo belangrijk voor hen? Welke waarden vertegenwoordigt dit doel?

4. Spreek af op welke momenten de sporter de gevisualiseerde beelden oproept. Zoek een dagelijks moment waarop ze de tijd kunnen nemen de beelden zo krachtig mogelijk op te roepen. Dit kan bijvoorbeeld elke avond voor het slapengaan, elke training tijdens de warming-up, of gekoppeld aan iets wat je regelmatig doet, zoals je tanden poetsen of een glas water drinken.

5. Integreer de beelden in de training. Bijvoorbeeld ter motivatie tijdens een zware fysieke training, of ter focus bij een techniektraining.

FIT is doorgaans het meest effectief wanneer het wordt begeleid door een getrainde professional, zoals een sportpsycholoog. Kijk voor sportpsychologen bij jou in de buurt op www.vspn.nl

Kortom, door je sporters de principes van FIT aan te leren kan je ze helpen zichzelf te motiveren, zelfvertrouwen te vergroten en gedrag te veranderen. Stel een betekenisvol doel, zorg dat sporters nadenken over waarom ze dit doel belangrijk vinden, en creëer beelden waarbij zoveel mogelijk zintuigen worden aangesproken. Vergeet niet, het gebruiken van je verbeelding is een vaardigheid, die net als fysieke vaardigheden beter wordt door veel oefening.