Moe of te moe?

Wees alert op overtraining

Een beetje spierpijn en vermoeidheid na het sporten is niet erg, dat zijn hele functionele reacties van het lichaam. Maar wanneer een sporter enorm veel spierpijn heeft, voortdurend moe is en geen zin meer heeft om te sporten kan het zijn dat hij of zij overtraind is. Wanneer is moe te moe?

Wat is overtraining?

De naam zegt het al - er is overmatig getraind. Overtraining kunnen we opdelen in functionele en niet-functionele overtraining.

Functionele overtraining kan geen kwaad, sterker nog, de meeste sporters en coaches streven daar af en toe naar. Bij functionele overtraining wordt het lichaam zwaar belast, waardoor het zich in de herstelfase herstelt tot een staat die beter is dan vóór de zware belasting. Dat heet supercompensatie. Dit is waar de meeste kracht en duur schema’s op mikken: je traint hard, rust goed, en wordt zo langzaam steeds beter. Om dit proces goed te laten werken is rust en herstel van enorm belang!

Wanneer je niet goed herstelt kan een functionele overtraining veranderen naar niet-functioneel. De functie van de overtraining (supercompensatie; beter worden) wordt dan niet meer gehaald, omdat er te weinig rust en herstel plaatsvindt. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Het kan zijn dat een sporter niet goed eet, te weinig slaapt, of te veel belastende trainingen doet in korte tijd. Er is helaas niet één schema wat werkt voor iedereen, elk lichaam heeft zijn eigen behoeftes en belastbaarheid.

Belasting en belastbaarheid

De grootste reden dat functionele overtraining verandert in niet-functionele overtraining is een verstoorde balans tussen belasting en belastbaarheid. Die balans is persoonlijk en verandert ook nog eens van dag tot dag. De belasting kan je zien als de last die de sporter draagt, bijvoorbeeld de trainingen, maar ook stress, werkdruk of ouders die in scheiding liggen. Belastbaarheid is de last die de sporter kán dragen. Dat is afhankelijk van allerlei factoren. Een tentamenperiode kan de belastbaarheid verlagen, een griepje ook. Een blessure, een druk reisschema of een groeispurt. Ook de menstruatiecyclus heeft invloed op belastbaarheid.

Symptomen

Hoe herken je overtraining? De eerste signalen van functionele over-training zijn subtiel, bijvoorbeeld:

  • de sporter voelt zich vermoeider dan anders;
  • prestaties kosten meer moeite;
  • na trainingen is er meer sprake van spierpijn.

Aan het einde van een zwaar trainingsschema of wedstrijdseizoen is het normaal om dit te voelen. Wanneer er niet voldoende herstel plaatsvindt kunnen de volgende signalen optreden:

  • de vermoeidheid wordt erger (sommige sporters gaan juist de andere kant op en worden hyperactief);
  • de prestaties nemen verder af;
  • moeite met (in)slapen;
  • zich sneller gestrest en geïrriteerd voelen;
  • somberheid of emotionele labiliteit;
  • verminderde eetlust;
  • extreme spierpijn en stijfheid;
  • geen zin meer om te sporten;
  • moeilijk wakker worden;
  • moeite met concentreren;
  • verhoogde hartslag in rust.

Herstellen van een overtraining is een proces wat lang kan duren, voorkomen is hier echt beter dan genezen. Om overtraining te voorkomen is een gebalanceerd trainingsprogramma belangrijk. Daarbij is het belangrijk de invloed van het leven buiten de sport mee te nemen in de belasting en belastbaarheid van de sporter. Daarnaast is aan te raden regelmatig de hartslag in rust te meten, een verhoogde rusthartslag is een goede indicator van de beginfase van overtraining. Herken je bovenstaande signalen bij je sporter? Ga dan het gesprek eens aan, hoe gaat de sporter om met zijn rustperiodes? Zijn er stressfactoren waar jij niks van wist? Raad je sporter aan een trainingslogboek bij te houden met zijn of haar trainingen, emotionele staat, energielevel, overtraining symptomen, uren slaap, hartslag in rust en andere stressoren. Zo krijgen jullie samen grip op de situatie. Raadpleeg bij twijfel een sportarts, die kan onderzoeken of er fysieke redenen zijn voor de verminderde belastbaarheid en het herstelproces begeleiden.