“Deze bizarre situatie zal ik van mijn leven nooit meer vergeten”

John van den Brom probeert Utrecht-selectie langs obstakels in coronacrisis te leiden

© Foto's: ANP Photo

Hij is al trainer sinds 2003, maar John van den Brom zal het jaar 2020 nooit meer vergeten. “Wie had dit op nieuwjaarsdag verwacht? Je wenst iedereen gelukkig nieuwjaar. Drie maanden later zit je onverwacht thuis door een epidemie. Dat ga je je hele leven nooit meer vergeten.” We blikten met de trainer van FC Utrecht terug op acht bijzondere weken. En keken, voor zover dat mogelijk was, een beetje vooruit.

Op vrijdag 13 maart moest ook het trainingscomplex Zoudenbalch van FC Utrecht op slot. “Als ik het me nog goed herinner, werd volgens mij op donderdag het hele voetbalprogramma afgelast. Vrijdag gingen we gewoon naar de club om toch te trainen. Ik had er al over nagedacht. Dan geef ik de jongens het weekeinde vrij, dacht ik”, zo keert John van den Brom (53) terug naar die bewuste dag vol verwarring en onzekerheid.

Om negen uur die morgen wachtte het ontbijt op de binnendruppelende spelers. Gewoontegetrouw was de trainer een halfuur eerder gearriveerd. “We zijn eigenlijk linea recta weer naar huis gestuurd. De dokter en ik hebben de jongens nog even toegesproken. De dokter nam daartoe het initiatief en attendeerde op de richtlijnen die toen speelden. Het ontbijt stond nog klaar. Om half tien zat iedereen weer in de auto. Het sportcomplex werd gelijk gesloten.”

Opluchting

Precies zeven weken later, op vrijdag 1 mei, parkeerde de selectie van FC Utrecht de auto’s voor het eerst weer voor de poort van Zoudenbalch, met uitzicht op Stadion Galgenwaard. Zo ook hoofdtrainer John van den Brom en zijn twee assistenten Dennis Haar en Rick Kruys. “Omdat het weer mocht, hadden we besloten in groepjes van zes volgens de regels op het veld te gaan trainen. Tot 23 mei, dan stoppen we. Ik was er op 1 mei al om half negen. We hebben twee keer een sessie gedaan, van een uur, steeds met groepjes van zes spelers. Het was heel mooi dat we weer op het veld stonden. Om de vreugde, de blijheid en de opluchting bij de jongens te zien. Ook, omdat ze even weg waren van thuis. Dat gevoel had ik ook. Ze mochten, zij het met beperkingen, weer doen wat ze het liefst deden.”

Op zondag 8 maart eindigde ook voor FC Utrecht abrupt de competitie met de thuiswedstrijd tegen Sparta (5-1). Nog onwetend van het naderende onheil, aangericht door het coronavirus, bereidde Van den Brom zijn selectie van 22 spelers voor op het volgende duel met Vitesse. “In het begin van de week proberen wij wat langere sessies te doen, of dubbele sessies. Ik bouw dat altijd in de richting van de wedstrijd af. Als we dichter bij een wedstrijd komen, train ik één keer per dag. Zeker in deze fase van het seizoen. De vrije dag is altijd drie dagen voor we de wedstrijd spelen.” Die week viel de vrije dag op donderdag 12 maart, het moment waarop het voetbal voorlopig tot 31 maart niet meer mocht doorgaan van de overheid.

“Hier kan ik ook niks aan doen. Leg je erbij neer en maak van de nood een deugd“

John van den Brom

Spinningbike

“Het weekeinde van 14 en 15 maart hebben we de spelers met rust gelaten. Met de staf hebben wij geschakeld om te kijken wat we zouden gaan doen. Het was min of meer al wel bekend dat het niet maar een weekje zou duren.” Na dat overleg kregen alle spelers een individueel programma. “We hebben ook bij alle jongens een spinningbike laten bezorgen.” Een wat luxere hometrainer, bij uitstek geschikt voor conditionele arbeid. “We hadden ze op de club staan. Enkele bevriende sportschooleigenaren, die toch dicht moesten, bleken bereid om het totaal aan te vullen. Zo konden de spelers toch redelijk fit blijven. De jongens mochten ook naar buiten. De ene dag moesten ze lopen, de andere dag moesten ze in de ochtend op de fiets en ’s middags wat krachtoefeningen doen.”

Twee weken lang dienden de spelers van FC Utrecht het schema strak bij te houden. “Als ze hun programma ’s middags wilden doen, mocht dat. Daarin waren ze vrij. Er zat één vrije dag in. Een uurtje of tien waren ze in de week bezig. In het weekeinde hielden we ze vrij van het programma. Dan mochten ze doen wat ze zelf wilden. Als ze zin in hardlopen hadden, deden ze dat.”

Na die eerste twee weken kapte John van den Brom dat ritme af. “Het werd duidelijk dat het een lang traject zou worden. Het was een serieus probleem aan het worden. De persconferenties van Rutte waren altijd wel leidend.” Om het nog steeds mentaal te kunnen volhouden, gaf de trainer de groep gedurende veertien dagen de vrijheid zelf een programma in te vullen. “Toen hebben we ze niet achter hun donder aangezeten. Je merkte dat ze zich begonnen af te vragen: Waar trainen we nog voor? Ze hadden moeite met de motivatie. Normaal train je richting een wedstrijd. Maar dat was nu helemaal niet het geval. Daar hadden de jongens, en zeker de jongens die alleen wonen, enorm veel moeite mee.” Om het moreel weer op te vijzelen, gunde de staf de selectie twee weken lang, tot maandag 13 april, in alle rust een fase van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid.

© John van den Brom met zijn assistent-trainer Rick Kruys.

Fysieke test

Vanaf het begin had Van den Brom de 22 spelers in groepen van acht gesplitst en verdeeld, en elke groep aan één van de drie trainers gekoppeld. “We hielden regelmatig contact met ze. We belden ook. Hoe het met de gezondheid ging, maar ook of het allemaal genoeg was. Zo hielden we controle. Uiteindelijk hebben we ze na twee weken naar de club gehaald, in groepjes van twee om ze te testen. Hoe ze er fysiek voor stonden. Ze kwamen allemaal op één dag, wel op verschillende tijden. Dan zie je dat de jongens zich prima aan de schema’s hebben gehouden.”

Inspanningsfysioloog Rainer van Gaal Appelhof, door Van den Brom ook wel als fysieke trainer aangeduid, voerde de testen uit. Alle resultaten werden als vanouds digitaal opgeslagen. “De eerste keer was ik er wel bij, de tweede keer niet, omdat we juist wilden dat er zo min mogelijk mensen bij waren.”
Die tweede keer plande FC Utrecht na vijf weken. “Ze waren natuurlijk niet zo superfit als dat je elke dag doortraint op het veld. Maar het ging ons meer om het verval. Het was allemaal binnen de marge die we ze hadden meegegeven.”

Zoom

De verveling infiltreerde evenwel steeds dieper in de selectie. “Ze misten de uitdaging. We zijn met de staf gaan nadenken hoe we ze konden blijven triggeren dat ze trainingen, waarvan wij vonden dat ze die moesten doen, ook daadwerkelijk deden. Toen zijn we begonnen met videobellen met de jongens. Dat zijn we gaan doen met de bekende Zoom-programma’s. Ik had eerder nog nooit gehoord van Zoom. Alle jongens kregen een link. En dan konden ze inbellen. Dan waren ze op het scherm te zien. Zo hadden ze via de computer ook nog een beetje contact met elkaar.”

Via Zoom konden de trainers bepaalde oefeningen voordoen, bedoeld als een gezamenlijke les. “Met bijvoorbeeld Rick Kruys, die op een fiets zat. Of krachtoefeningen van de fysieke trainer. Ze moesten filmpjes inleveren van de oefeningen die ze moesten doen. Zodat iedere speler van de anderen kon zien wat hun waarden waren. Het was best wel goed en mooi om te zien. Dat hebben we voortgezet tot vrijdag 24 april, de dag dat de KNVB de conferencecall hield met de clubs.”

Overbruggen

Al op dinsdag 21 april overviel premier Mark Rutte clubs en KNVB met de mededeling dat het profvoetbal tot minimaal 1 september wedstrijden kon vergeten. “Misschien tegen beter weten in heb ik persoonlijk steeds gedacht dat we toch eerder zonder publiek weer mochten gaan spelen. Maar toen was het seizoen echt klaar en was het qua motivatie heel moeilijk om die gasten te laten doen wat ze eigenlijk moesten doen. Tot 1 september was wel een heel lange tijd om te overbruggen. Ik heb die zaterdag, de 25ste, mijn staf bij elkaar geroepen. Okay, wat gaan we doen? Helemaal niets meer of bieden we de jongens toch nog wat aan? We hadden alle jongens, ook de buitenlanders, nog altijd in Nederland.” Unaniem werd besloten om niet al te stoppen tot 1 juli; de eerste dag van de voorbereiding op het nieuwe seizoen, en op vrijdag 1 mei de training op het veld te hervatten in beperkte groepjes.

Na 23 mei mogen de spelers van FC Utrecht met vakantie, ruim vijf weken tot en met 30 juni. “We moesten na 1 mei weer wennen aan het veranderde ritme. Vooral de spelers. De eerste twee groepjes van zes kwamen om kwart voor tien aan, hadden zich thuis al verkleed, trokken hun voetbalschoenen aan, stonden om tien uur op het veld, trainden een uur, en gingen dan direct weer naar huis. Voor mij was het nog wel wat makkelijker. Ik kan me daar als hoofdtrainer vrij gemakkelijk in bewegen. Ik pakte ook bewust de laatste groep en keek daarvoor toe bij de eerste groepjes. Rick (Kruys) en Dennis (Haar) hielden zich echt maar bezig met één groep en gingen daarna weg.”

Tot maandag 11 mei volgens het rooster: maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag trainen op het veld. Woensdag en zaterdag wel weer zo’n groepsprogramma via Zoom, en dan ook weer op de fiets. Zondag vrij, zodat de selectie per week nog wel gedurende zes dagen het verkorte seizoen als het ware aan het afbouwen was. “Het was toch wel bijzonder. Het leek voor mij op de situatie van toen ik als trainer begon. Geen druk van wedstrijden. Iedereen was relaxed en vrolijk. Mooi weer. We hebben ook best veel kunnen doen. Behalve koppen. En uiteraard geen onderlinge duels.” Van 11 tot 23 mei, ofwel nog bijna twee weken, vergrootte Van den Brom de groepen van zes naar acht, drie in totaal met elk een eigen trainer. Wederom volgens het patroon van de eerste tien dagen in mei.

Voorbereiding

Voor de volgende competitie neemt ook Van den Brom aan dat in september de carrousel van wedstrijden weer gaat draaien. “Ik ga uit van de eerste wedstrijd op 11 september.”

Normaal beslaat een gedegen voorbereiding zo’n zes weken, nu tien tot elf weken. “Dat is wel een bewuste keuze. Omdat je waarschijnlijk op 1 juli nog niet volle bak mag trainen. De oefeningen doen zoals we gewend zijn. We houden dan ook rekening met de richtlijnen die er dan zijn. We gaan ervan uit dat we ook dan nog in kleine groepjes moeten trainen. En vermoedelijk eveneens nog voorlopig zonder persoonlijke duels en oefenpartijen.”

Daartoe aangespoord door de inzichten van fysiotherapeut Jeroen Peters pleegde FC Utrecht uitgebreid research in Amerika, waar sommige sporten een lange zomerstop doormaken. “Hij heeft in Amerika en Australië gewerkt. En heeft ervaring met een voorbereiding van drie maanden. Daar maak ik graag gebruik van. Hoe gaan ze daar om met lange voorbereidingen? Het is bij ons een vaste gewoonte dat we al in de eerste week een oefenwedstrijd spelen tegen een amateurclub. We zullen nu aan de voorbereiding een heel nieuwe invulling moeten geven. Dat vind ik ook weer leuk. Wat mogen we misschien weer wel en wat nog steeds niet? In grotere groepen trainen? Partijtjes spelen? De eerste vier weken gebruiken we om de spelers weer fysiek op te laden, mentaal ook en uiteraard de basis weer te ontwikkelen. Hopelijk mag daarna méér richting september. Ik verwacht dat we in augustus wel weer oefenwedstrijden mogen spelen. Juli benutten we dan om de basis aan te leggen. Daarna gaan we zo veel mogelijk als normaal richting competitie.”

Wedstrijden zonder publiek, in feite ook voor routinier Van den Brom een onbekend fenomeen. “Als trainer van Jong Ajax speelde ik wel eens in praktisch lege stadions. Dat is toch al anders. Vorig jaar juli hebben wij een besloten oefenwedstrijd bij FC Antwerp verloren. Zoiets zal nu de standaard worden. Ik heb op de tv de wedstrijd in de Champions League tussen Paris Saint-Germain en Borussia Dortmund bekeken. Dat was verschrikkelijk, zo sfeerloos. We gaan het zien. Voetbal spelen we voor het publiek, voor de supporters. Als dat wegvalt, komt er een hele tijd niets.”

“Het was heel mooi dat we weer op het veld stonden. Om de vreugde, de blijheid en de opluchting bij de jongens te zien“

John van den Brom

Impact

Naast de contacten met zijn staf bleef hij via Jordy Zuidam (directeur voetbalzaken) op de hoogte van de interne zaken bij FC Utrecht. Zo liepen de contracten van Bahebeck en Emanuelson af. En werd gesproken over eventuele versterking van de selectie. “Ik besprak met hem vanzelfsprekend ook welke impact het allemaal heeft op de club. Zelf heb ik het begin als heel moeilijk ervaren. Totdat je ook wel ziet dat het echt serieus is en eigenlijk heel ernstig. Ook met de gezondheid. Je komt toch op een leeftijd dat je tegen de risicogroep aan gaat zitten. Je wordt dan best ook wel voorzichtig.”

“We hebben wel de knop omgezet. Hier kan je ook als trainer geen ideale oplossing voor vinden. Als trainer probeer je altijd een oplossing te vinden voor de problemen. Maar hier kan ik ook niks aan doen. Leg je erbij neer en maak van de nood een deugd.”

Thuis in Amersfoort hielp hij als afleiding mee de tuin voorbeeldig op te knappen. “We hadden toevallig schilders die bezig waren. Ik heb wat dingen gedaan waar je of geen zin in hebt of niet aan toekomt. Daar heb ik nu wel heel veel tijd en energie ingestoken.” Onderwijl pleegde hij af en toe een telefoontje met Arne Slot, zijn opvolger bij AZ. “Daar heb ik nog steeds een goed contact mee. Ook met zijn assistent Pascal Jansen, en met Niels Kok, de fysieke trainer die ze daar hebben. Ik heb daar vijf jaar met al die jongens gewerkt. Ik vind het ook belangrijk om te kijken en te weten hoe andere clubs dat doen. Iedereen heeft er zijn eigen idee en filosofie over. Je probeert er ook veel over te lezen, wat andere clubs doen. We hebben ook veel contact met de club van Peter Bosz, Bayer 04 Leverkusen. Met zijn fysieke trainer. Hij staat in nauw contact met onze fysieke trainer, zij praten over zaken waar zij tegenaan lopen. We proberen onszelf wel te blijven ontwikkelen in deze bizarre situatie.” 