Momentum: hoe ontstaat het en hoe zet je het naar je hand?

Momentum in wedstrijden: minuten waarin je het gevoel dat alles vanzelf gaat, scores die makkelijk vallen, een tegenstander bij wie het allemaal niet lukt. Ieder balsportteam is er bekend mee. Het zorgt ervoor dat een team snel kan uitlopen. Momentum wordt door zowel coaches als sporters vaak omschreven als iets ongrijpbaars. Als een onvoorspelbaar en haast bovennatuurlijke kracht, buiten de controle van de coach of het team. Overigens wel een kracht met een groot effect op de beleving en de uitkomst van een wedstrijd. Er is veel onderzoek gedaan naar momentum in wedstrijden, en uit dat onderzoek blijkt het met de ongrijpbaarheid ervan wel mee te vallen. Zodra je als coach het mechanisme achter dit fenomeen begrijpt, kan je de kans op momentum bij het eigen team vergroten, en momentum bij de tegenstander juist voorkomen of zo snel mogelijk afbreken.

Mechanisme achter momentum

Momentum wordt in gang gezet door een (serie van) gebeurtenis(sen), die door het team als belangrijk wordt ervaren. Denk bijvoorbeeld aan de tegenstander die een aantal schoten achter elkaar mist, terwijl je eigen team juist in korte tijd een aantal punten weet te scoren. Of andersom: je team verliest een aantal keren achter elkaar de bal en mist een aantal schoten, terwijl de tegenstander op datzelfde moment ogenschijnlijk gemakkelijk punten scoort. Maar ook een technische fout of een onverwachte beslissing van een scheidsrechter kunnen momentum veroorzaken. Zo’n (serie van) gebeurtenis(sen) leidt vervolgens tot een verandering in gevoelens van controle, vertrouwen in eigen kunnen, aandacht, spanning, energie, gedrag en daarmee prestatie van spelers.

Wanneer het team zelf momentum ervaart voelen de spelers dat ze controle hebben over de situatie, ze zijn ontspannen, ze hebben het gevoel alle tijd te hebben, hebben de juiste focus en het vertrouwen dat ze gaan winnen. Hierdoor gaat het presteren gemakkelijk. Spelers maken weinig fouten en scoren gemakkelijk. Als de tegenstander daarentegen een periode van momentum doormaakt, voelen spelers onrust, lijkt niets te werken, voelt het alsof de tegenstander controle over het spel heeft, gaan bewegingen moeizamer, zijn ze minder goed gefocust en raken ze geïrriteerd van kleine dingen. De communicatie tussen de spelers lijdt hieronder: deze wordt negatief of valt helemaal weg. Spelers voelen de drang om zo snel mogelijk punten te maken, waardoor ze overhaaste beslissingen nemen en sneller fouten maken.

Momentum fluctueert

Momentum hebben, geeft een geweldig gevoel. Maar momentum een hele wedstrijd vasthouden is onmogelijk. Altijd komt er weer dat omslagmoment. Dat is ook wat onderzoek laat zien. Op een bepaald moment in de wedstrijd ontstaat momentum voor het ene team. Teamleden bewegen ontspannen en voelen vertrouwen en controle, ze werken (extra) hard en gefocust, en de tegenstander raakt gefrustreerd. Dan komt er een moment waarop het momentum in balans is. De teams gaan gelijk op. Niet alleen in de score, ook in inzet en energie. Tot het moment waarop het andere team momentum krijgt. En dat zorgt voor frustratie bij het eerste team. Vertrouwen en focus nemen af, koppies gaan hangen, communicatie wordt minder en er ontstaan frustraties. Het tweede team raakt juist extra gefocust, ontspannen en gemotiveerd, waardoor het in korte tijd veel punten kan maken.

Open deur?

Misschien denk je na het lezen over het mechanisme achter momentum: ‘bedankt voor de info, maar dit is nogal een open deur’. Dat is het misschien ook wel. De vraag is: maak je gebruik van deze kennis? Coaches passen diverse strategieën toe om momentum te beïnvloeden. Denk aan het nemen van een time-out, het bewust vertragen van het spel, extra druk zetten op de tegenstander en het wisselen van spelers, op het moment dat het de tegenstander voor de wind gaat. In veel gevallen werkt dit, doordat de tegenstander uit zijn flow gehaald wordt.

Wat nog weinig gebeurt is de spelers echt bewust maken van het mechanisme achter momentum. Met als doel dat ze tijdens wedstrijden minder snel van slag raken door momentum van de tegenstander én kunnen leren dit proces bewust te doorbreken. Neem eens de tijd om met het team het mechanisme achter momentum te bespreken. Alleen al een gesprek over het feit beide teams momentum zullen ervaren in een wedstrijd en dat dit zo weer kan omslaan, zal rust geven. Maar ook typisch gedrag, dat momentum bij de tegenstander in stand houdt, is het bespreken waard. Gebruik videobeelden van wedstrijden om ze te laten zien hoe ze als team op momentum van tegenstanders reageren. Wat gebeurt er in het samenspel, in de communicatie, in de lichaamstaal? Laat ze aan elkaar vertellen wat er in hun hoofden gebeurt: stress, paniek, frustratie? En wat is daarvan het effect op hun gedrag? Hoe houdt dit alles het momentum bij de tegenstander in stand?

Momentum bij de tegenstander afbreken

Bespreek vervolgens hoe ze er samen voor kunnen zorgen dat ze het momentum van de tegenstander kunnen stoppen. Wanneer ze zich bewust zijn van het effect van momentum op gedachten, focus, vertrouwen, lichaamstaal en gedrag, kunnen bedenken hoe ze graag willen reageren, om hier vervolgens gezamenlijk afspraken over te maken. De spelers kunnen bijvoorbeeld met elkaar afspreken dat ze rustig blijven wanneer de tegenstander ineens een gat in de score slaat. Dat ze rustig blijven passen, elkaar blijven opzoeken op dode spelmomenten en rustig en duidelijk blijven communiceren. Dat ze lichaamstaal aannemen die niet verraadt dat het niet lekker loopt (hierover lees je meer in dit blog). Dat ze heel bewust gaan focussen op acties die momentum bij de tegenstander kunnen stoppen, zoals lang balbezit houden, het afdwingen van turnovers, veel verdedigende stops maken en ballen afpakken.

Je team bewustmaken van het feit dat de tegenstander momentum zal gaan ervaren, en dat dit ook weer zal omslaan, zal rust geven. En duidelijke afspraken maken zal het team helpen om het momentum bij de tegenstander snel te kunnen afbreken.

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich met haar onderneming PERFECT/10 bezig met teamontwikkeling in de sport: teams in de (sub)topsport helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ze schreef het boek SYNERGIE dat onlangs is uitgegeven door Arko Sports Media. Dit boek geeft handvatten om in elke fase van het seizoen steeds meer een eenheid te maken van je groep sporters, waardoor het team met meer plezier de best mogelijke prestatie neer kan zetten.