Jouw rol als coach in preventie en signalering van grensoverschrijdend gedrag

Werkgroep NO-GO gedrag van VSPN geeft tips en adviezen

Er was de afgelopen tijd in de media veel aandacht voor grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de sport is dit een thema waar we actief over moeten blijven communiceren. Met de werkgroep NO-GO gedrag van de VSPN blijven we aandacht vragen voor preventie en signalering van dit ongewenste gedrag. Als (jeugd)coach kun je hier een grote rol in spelen.

Wat is GO-gedrag nu eigenlijk?

Om grensoverschrijdend gedrag te kunnen herkennen en voorkomen, is het belangrijk om eerst te weten wat het precies is. In de media hoor je over het algemeen alleen de heftigste gevallen, zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag en fysiek geweld. Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we echter nog veel meer vormen, waaronder bijvoorbeeld zaken als pesten en schelden.

Grofweg kunnen we drie hoofdcategorieën onderscheiden: seksueel, fysiek en psychologisch grensoverschrijdend gedrag. Onder psychologisch gedrag valt bijvoorbeeld negeren, schelden, pesten, negatief benaderen, bang maken, onder druk zetten, overmatige controle uitoefenen en vernederen. Dit gedrag kan zowel online als offline voorkomen, op en naast het veld, de kleedkamers of de sportaccommodatie. De effecten op de slachtoffers kunnen bij alle vormen bovendien even groot zijn. Het is dus goed om je als coach bewust te zijn dat grensoverschrijdend gedrag heel breed is en op verschillende vlakken voorkomt.

Wie overkomt het en wie doet het?

Om goed te kunnen signaleren, is het belangrijk om te weten waar je moet kijken. De heersende beelden rond slachtoffers en daders, onder andere vanuit de media, zijn niet altijd kloppend. Zo hebben veel mensen het idee dat voornamelijk meisjes getroffen worden door grensoverschrijdend gedrag. Hoewel zij er vaak mee te maken krijgen, is dit beeld niet helemaal correct. Tot de leeftijd van twaalf jaar blijken jongens zelfs vaker slachtoffer te zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag (Vertommen, 2010). Vanaf twaalf jaar zijn meisjes vaker het slachtoffer.

Ook het beeld van de personen die grensoverschrijdende gedrag vertonen, is geregeld vertekend. Zo wordt er vaak gedacht dat grensoverschrijdend gedrag alleen door mannen gebeurt, maar ook vrouwen maken zich er schuldig aan. Over het algemeen zien we wel dat mannen veel vaker grensoverschrijdend gedrag vertonen en zijn er verschillen tussen het type gedrag dat mannen en vrouwen laten zien. Bij vrouwen gaat het vaker om psychologisch grensoverschrijdend gedrag, bij mannen vaker om fysiek grensoverschrijdend gedrag.

Daarnaast komt grensoverschrijdend gedrag heel vaak voor in machtsverhoudingen. Maar in slechts negentien procent van de gevallen is dit binnen een relatie tussen een coach en een pupil. Dit is echter wel wat we voornamelijk in de media zien. Veel vaker wordt het grensoverschrijdende gedrag vertoont door medesporters (45%), andere bekenden van het slachtoffer binnen de sport (52%) of onbekenden van het slachtoffer binnen de sport (28%)(Vertommen, 2017).

Waar komt het voor?

Heel vaak heerst nog het idee: bij onze club gebeurt dat niet. Grensoverschrijdend gedrag komt helaas overal voor. Vanuit psychologisch oogpunt geven we de mensen die bij ons horen graag positieve eigenschappen, wat ervoor kan zorgen dat we een ‘blinde vlek’ ontwikkelen. Dit kan vervolgens leiden tot het gevoel dat het ‘bij ons’ niet gebeurt.

Veilig sportklimaat

Een belangrijk thema binnen grensoverschrijdend gedrag is een veilig sportklimaat. Dit sportklimaat is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Dit begint bij de beleidsvoering van het land, de nationale bond en natuurlijk de club, denk hierbij aan de (ongeschreven) gedragsregels. Samen afspreken wat gewenst en ongewenst gedrag is, is hierbij essentieel. Maar ook het daadwerkelijke gedrag van coaches én sporters. Ongewenst en grensoverschrijdend gedrag vindt fundamenteel plaats in de context van verlies van vertrouwen in de ander. Deze veiligheid is samen met een basisgevoel van vertrouwen belangrijk om grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan. Ook kan het, indien het ontstaan is in het verleden, de kans op hertraumatisering verminderen.

Maar wat kun je dan als coach doen? Hierin is vooral preventie en signalering belangrijk:

  1. Signaleren bij jezelf. Reflecteer regelmatig op je eigen handelen en je eigen positie. Soms kun je in dezelfde leeftijdsfase zitten als je sporters en/of je fysiek aangetrokken voelen tot hen. Wat doet dat met jou? Ben je zelf nog volop in ontwikkeling en jezelf aan het uitvinden? Hoe stel je je dan op tegenover je sporters?
  2. Signaleren naar de ander. Herken je signalen van grensoverschrijdend gedrag bij de ander? Kun je dit goed inschatten?
  3. Preventieve acties, zodat er niets gaat gebeuren en anderen ook gaan signaleren.
  4. Rolmodel zijn in aanspreken en bespreekbaar maken. Een voorbeeld hiervan is een coach die elke training bij binnenkomst vijftien minuten beschikbaar is voor meldingen en de tijd neemt om te ontdekken hoe zijn/haar sporters erbij zitten.

De basis is vertrouwen

Het is belangrijk om je sporters te leren kennen. Natuurlijk begrijpen we dat je geen tijd hebt om met alle sporters elke training uitvoerig bij te praten, maar onthoud een aantal specifieke kenmerken per sporter. Hoe doen ze het op school? Wat is de thuissituatie en hebben ze nog andere interesses? Dit bevordert de onderlinge band, waardoor sporters ook sneller naar je toe durven stappen als ze ergens mee zitten. Je wilt immers het beste voor de sporter en hierbij zijn goede prestaties een heel leuke bonus. Wanneer een sporter beter in zijn/haar vel zit en zich gehoord voelt, zullen trainingen gemakkelijker en leuker zijn, wat vaak resulteert in een meer ontspannen en zelfverzekerde houding tijdens belangrijke momenten. De basis van een goede coach-sporterrelatie ligt in vertrouwen. De sporter moet zijn coach kunnen vertrouwen om de juiste en veilige keuzes te maken, die hem/haar helpen zich verder te ontwikkelen. Het leren kennen van je sporters draagt bij aan deze vertrouwensbasis. Daarnaast is het belangrijk om open en eerlijk te blijven communiceren. Wees consequent, oftewel doe wat je zegt dat je zult doen. Maar geef het ook eerlijk aan als je zelf even geen antwoord weet op een vraag en hier later op terug wilt komen, of wanneer je zelf een fout gemaakt hebt. We zijn immers allemaal mensen. En dit zet de deur open voor sporters om ook eerlijk en open richting jou te zijn (Van Winden & Verhagen, 2020).

Ook ouders zijn cruciaal voor een veilig sportklimaat. Dit kun je positief stimuleren door ze vanaf de start te betrekken en ze uit te nodigen om actief met hun kind in gesprek te gaan en te blijven over dit thema. Hierbij is het voor jullie als coaches dus belangrijk om actief en uitnodigend te zijn naar ouders.

Samen afspreken wat gewenst en ongewenst gedrag is, is essentieel

Wat kun je als coach concreet doen aan preventie en signalering?

Als coach kun je binnen dit thema veel druk ervaren. Wat mag ik nog wel, waar word ik in beperkt, hoe geef ik nog aanwijzingen, mag je bijvoorbeeld nog samen optrekken met pupillen na een training? ⁠⁠⁠Ervan uitgaande dat je als coach wilt werken aan een veilig sportklimaat, zijn dit wat tips:⁠

  1. ⁠Wees je er van bewust dat grensoverschrijdend gedrag zich in elke sport voordoet, op elk niveau en van alle kanten;
  2. ⁠Maak van dit onderwerp een ‘open’ thema met collega’s, zowel informeel als formeel in vergaderingen of bijscholing⁠. Praten over grensoverschrijdend gedrag moet gewoon worden;
  3. ⁠Wees je bewust van het feit dat je ook uitgedaagd kunt worden tot grensoverschrijdend gedrag. Bagatelliseer dat niet, maar neem het serieus;⁠
  4. ⁠Grensoverschrijdend gedrag kan ook naar jou toe plaatsvinden. Probeer in een veilige setting het zo goed mogelijk bespreekbaar en openbaar te maken;
  5. Grensoverschrijdend gedrag kan ook bij een collega plaatsvinden. Dit kan je in een erg lastige positie brengen, want ieder is eerst zelf verantwoordelijk. Maar ook hier: maak er een punt van. Leer erover te spreken;⁠
  6. ⁠Zorg dat in bijscholingen die je volgt en/of geeft het thema grensoverschrijdend gedrag steeds een punt is. Dit zorgt ervoor dat het normaler wordt dat je er wel over spreekt dan dat je er over zwijgt. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je kennis neemt van vroege signalen, zodat je grensoverschrijdend gedrag sneller kunt herkennen. Leer ook hoe je mensen het beste kunt aanspreken. Ga actief op zoek naar deskundigen die je op dit gebied kunnen helpen;
  7. Wees bereid om intervisie-achtige bijeenkomsten te volgen op het gebied van grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld geleid door de grensoverschrijdend gedragsfunctionaris van de club of een sportpsycholoog. Reflecteer op je eigen handelen. Wat doe je? Wat heeft dat voor effect? Door middel van intervisie en (halfjaarlijkse) bijeenkomsten krijg je steeds meer inzicht in je eigen gedrag. Laat anderen bij jou in de keuken kijken en stel jezelf beschikbaar dat ook bij anderen te doen. Zorg er wel voor dat je op een respectvolle manier meekijkt;
  8. Ontwikkel met je club of team een gedragscode die aangeeft welk gedrag je van iedereen verwacht. Vaak richten gedragscodes zich op wat niet mag (‘verboden’), maar met name pubers trekken zich daar weinig van aan. Benoem dus het gewenste gedrag en laat iedereen de gedragscode van binnen en buiten kennen. Door voor dit positieve gedrag een meldcode te maken, kun je dit gedrag belonen en stimuleren.

Veilig sportklimaat voor jou

Een veilig sportklimaat is niet alleen belangrijk voor sporters, maar ook voor jou als coach. Jij moet net zo goed veilig je werk kunnen doen en niet continu de hete adem van een eventuele aanklacht in je nek voelen. Dat zorgt voor chronische stress, verminderde motivatie en laat sommige coaches afhaken. Binnen je club zou er ruimte moeten zijn om vragen te stellen en open te praten over hoe jij je als coach voelt binnen een cultuur waar grensoverschrijdend gedrag een aandachtspunt is.

Wat doe je als er iets gemeld wordt?

Het is belangrijk om als coach te weten wat de protocollen zijn binnen jouw club of bond. Zo weet je altijd waar je moet zijn en wat je kunt doen. Wist je bijvoorbeeld dat je verplicht bent om seksueel grensoverschrijdend gedrag te melden? Om dit op tijd en op de juiste manier te kunnen doen, is het belangrijk om je in de protocollen te verdiepen.

Als coach ben je niet verplicht tot geheimhouding, maar sommige zaken krijg je wel in vertrouwen te horen. Je kunt dan twijfelen over wat je het beste kunt doen. Raadpleeg dan eerst de vertrouwenspersoon van de club, want die heeft wél zwijgplicht. En vraag altijd wat de desbetreffende persoon zou willen dat je doet. Het is immers zijn of haar verhaal.

Daarnaast is het goed te beseffen dat praten over grensoverschrijdend gedrag twee kanten heeft. Aan de ene kant zorgt het voor opluchting, maar aan de andere kant wordt iets wat tot dan toe versluierd was, ineens nog meer de waarheid. Daarbij kunnen ook angst voor de gevolgen (denk aan prestaties, maar ook kansen en mogelijkheden in de toekomst) en een gebrek aan bescherming een rol spelen. De onthulling zelf kan bij het slachtoffer zorgen voor een gespleten gevoel, tegelijkertijd wel en níet willen dat het onthuld wordt.

Niets verplichten

Als er dan eenmaal over gesproken wordt, is het heel belangrijk om de grenzen van de onthulling te bespreken. Nu grensoverschrijdend gedrag veel in het nieuws is, lijkt het alleen maar een positieve beweging dat er zo veel mogelijk aan het licht komt. Dat is niet helemaal waar. Om iets goed bloot te kunnen leggen, is het belangrijk om niet alleen veiligheid te creëren, maar ook te bespreken hoe je alles daarna weer dichtmaakt. Behandel het als een open wond, die wordt ook eerst gedicht voordat je uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Bespreek dus altijd welke behoeften het slachtoffer heeft.

Wanneer je als coach een veilige omgeving hebt gecreëerd, laat dan ook duidelijk weten dat melden kan en mag, maar verplicht iemand tot niets. Melden is voor slachtoffers een manier om macht en controle terug te krijgen, maar dat is moeilijk als ze simpelweg doen wat er verwacht wordt.

Meer informatie

Als je vragen hebt over (de omgang met) grensoverschrijdend gedrag mag je altijd contact opnemen met de werkgroep NO-GO gedrag van de VSPN via nogo@vspn.nl. Ook de Beroepscode van NLCoach kan je helpen bij dit thema.

Bij de totstandkoming van dit stuk zijn onder meer de volgende bronnen gebruikt:

  • Vertommen, T. (2010). Analyse van het Meldpunt seksuele intimidatie in de sport. Arnhem: NOC*NSF.
  • Vertommen, T. (2017). Interpersonal violence against children in sport. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
  • Winden, D. van & Verhagen, A. (2020). Ga voor balans. Ebook.

Dit artikel verscheen in de editie 1/2022 van het magazine NLcoach. Voor abonnementen en meer informatie klik hier.