Teamdoelen stellen: lessen uit het Nieuw-Zeelandse toprugby

Sporters die vertrouwen hebben in hun eigen kunnen, presteren over het algemeen beter. Ze stellen uitdagender doelen, twijfelen minder en zijn meer gefocust. Ditzelfde geldt ook voor teams: hoe groter het vertrouwen van de teamleden in de capaciteiten van het team als geheel, hoe beter het team presteert.

Dit teamvertrouwen is o.a. afhankelijk van externe factoren, waarvan winst of verlies is misschien wel de belangrijkste is. Dus wat je vaak ziet: wanneer de resultaten goed zijn, groeit het teamvertrouwen. Vallen de resultaten tegen, dan vermindert het vertrouwen in het team drastisch.

Grip op teamvertrouwen

In de praktijk zie je dan ook regelmatig dat het teamvertrouwen sterk wisselt. Hoe zorg je nu voor een stabieler teamvertrouwen? Het is belangrijk dat de focus van het team weggaat van de uitslag van wedstrijden. Natuurlijk spelen de meeste teams om te winnen. Maar het werkt in de praktijk juist beter om je te focussen op hóe je wilt presteren, zodát je de kans op een goed resultaat maximaliseert. In andere woorden: door je te focussen op proces- en prestatiedoelen, in plaats van op resultaatdoelen.

Teamdoelen stellen aan het begin van het seizoen: iedere coach doet het. Maar wil je dit echt effectief doen, dan zijn er een aantal voorwaarden waarmee je rekening moet houden.

  • Een langetermijn-resultaatdoel (bijvoorbeeld: ons doel is de play-offs halen) geeft een stip op de horizon, energie en motivatie. Het is dus prima om zo’n doel te stellen, als je vervolgens ook maar subdoelen formuleert, die focussen op proces- en prestatiedoelen.
  • Ten tweede is het waardevol om je team te betrekken in het proces van doelen stellen. Het draagvlak om die doelen gezamenlijk na te streven neemt namelijk aanzienlijk toe, wanneer teamleden input geven.

Voorbeeld uit Nieuw-Zeelandse premier league

In de wetenschappelijke literatuur zijn veel casestudies te vinden die laten zien hoe internationale topsportteams het teamdoelen stellen aanpakken. In dit blog een voorbeeld van een succesvolle aanpak, uitgevoerd bij een premier league rugbyclub uit Nieuw-Zeeland.

Wat brengt ons succes?

Aan het begin van het seizoen planden de coaches van dit team een teambijeenkomst. Hierin legden ze aan de spelers uit dat het weliswaar hun ambitie was om veel wedstrijden te gaan winnen, maar dat ze hun doelen zouden gaan richten op de prestaties op het veld. De eerste opdracht die de spelers kregen was: ga brainstormen over welke prestatie-indicatoren (vaardigheden en acties) volgens jou bepalend zijn voor succes in rugby. Alle ideeën werden door een senior speler opgeschreven op een groot bord. Zo ontstond er lange lijst, waarna de spelers samen bepaalden welke prestatie-indicatoren volgens hen de grootste impact hadden op het succes van het team op het veld. Uiteindelijk, na een flinke discussie, bleven er zes over (misschien zeggen deze termen je niet zoveel, maar je krijgt wel een idee):

  1. Percentage succesvolle line-outs die met twee handen gevangen worden.
  2. Percentage stabiele scrums met eigen ingooi.
  3. Percentage gainline gehaald door de backs vanaf set-piece.
  4. Percentage gemaakte tackles.
  5. Percentage succesvolle ruck clean-outs 3 meter voorbij de bal.
  6. Percentage van momenten waarbij de 3+ fases verdedigd wordt of een turn-over weten te forceren.

Het is prima om een langetermijndoel te stellen, als je vervolgens ook maar subdoelen formuleert, die focussen op proces- en prestatiedoelen

Dit was nog maar het begin

In de eerste drie wedstrijden van het seizoen, hielden de teammanager en de geblesseerde spelers de prestaties van het team ten aanzien van deze zes indicatoren bij. In een tweede teambijeenkomst koos het team vervolgens, op basis van de statistieken, de drie belangrijkste uit. En formuleerde het voor iedere prestatie-indicator een uitdagend en realistisch doel voor de drie eerstvolgende wedstrijden. Nu de teamdoelen duidelijk waren, zorgden de coaches voor specifieke oefeningen zodat het team deze drie vaardigheden goed kon trainen. Na iedere wedstrijd bespraken het team en de coach de prestaties ten aanzien van de drie prestatie-indicatoren en bedachten ze ideeën om deze nog beter te kunnen trainen en uit te voeren in de wedstrijden.

Na de zesde wedstrijd evalueerden de coaches en het team hun resultaten. Op basis van die inzichten stelden ze nieuwe doelen (voor dezelfde drie prestatie-indicatoren), opnieuw voor drie wedstrijden. En dat ging zo door gedurende de rest van het seizoen. Zowel de staf als de spelers waren erg tevreden over het effect: het in kaart brengen van prestatie-indicatoren, het stellen van doelen en het bijhouden van de teamprestaties ten aanzien van deze doelen hielpen de spelers enorm te focussen op díe vaardigheden die voor dit team essentieel waren voor een sterke teamprestatie op het veld.

Zes tips voor jouw team

Ben je geïnspireerd geraakt om deze strategie in het nieuwe seizoen ook bij jouw team toe te passen? Hieronder een aantal tips:

  • Om tijd te besparen, kan je je sporters van tevoren vragen alvast (met elkaar) te brainstormen over belangrijke vaardigheden en acties in jullie sport.
  • Is dit voor jouw team een erg lastige vraag, bijvoorbeeld omdat de spelers nog jong zijn? Stel dan zelf een lijst van prestatie-indicatoren op, waaruit je hen de belangrijkste laat kiezen.
  • Kies uiteindelijk liever drie doelen, die jullie heel consequent en maximaal nastreven, dan een groot aantal doelen, of steeds wisselende doelen.
  • Evalueer (en complimenteer) niet alleen de bijdrage aan de doelen van het team als geheel, maar ook de individuele bijdragen. Hiermee ga je social loafing (achteroverleunen omdat in de groep je bijdrage niet goed zichtbaar is) tegen.
  • Vier successen zowel tijdens als na afloop van de wedstrijd. Op die manier houd je de inzet, energie en focus bij de spelers hoog.
  • Tot slot: wees niet bang flexibel te zijn. Het idee is dat de doelen telkens net voor het grijpen liggen. Wanneer je merkt dat je team gedurende het seizoen sterker wordt, of juist minder sterk (bijvoorbeeld omdat bepalende spelers geblesseerd zijn), pas je de doelen dan ook aan.

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.