Voor een veilig sportklimaat zonder grensoverschrijdend gedrag is minstens zestien miljoen euro per jaar nodig. Met dat bedrag kan de georganiseerde sport in ons land de basismaatregelen nemen op het gebied van preventie, educatie en handhaving om excessen te voorkomen. Om optimale integriteitsmaatregelen in te voeren, zowel op verenigingsniveau als in de topsport, is structureel ruim het dubbele nodig. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Berenschot in opdracht van NOC*NSF.
Grensoverschrijdend gedrag is ook in de sport op alle niveaus een actueel thema. Het aantal dossiers met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag bij het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) is dit jaar gestegen tot ruim 650. In 2021 waren dat er in totaal negenhonderd.
NOC*NSF en de aangesloten sportbonden stelden vorig jaar in de Visie Sport & Integriteit al een reeks van maatregelen vast die nodig zijn voor een veilig sportklimaat. In de scenario’s laag, midden en hoog berekent Berenschot de minimale, gemiddelde en maximale implementatie van deze maatregelen. Uiteraard beginnen we daarbij niet op nul. De sportbonden werken samen met NOC*NSF al langere tijd aan preventief beleid en tuchtrecht. Wel is duidelijk dat het beter kan en moet.
Er zijn bovendien grote verschillen in de mate waarin sporten, maar ook gemeenten, in staat zijn om de maatregelen uit te voeren. Er is dan ook dringend structureel extra geld nodig om veel meer sportaanbieders, trainers, coaches en sporters te bereiken om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen, sportplezier te bevorderen en sporters weerbaar te maken.
Preventie en educatie grootste kostenposten
De grootste kostenpost betreft in alle doorgerekende scenario’s het onderdeel preventie: een verplichte VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) voor alle jeugdtrainers, aanjagen van preventief beleid door gemeenten en de aanstelling van een professionele integriteitsmanager bij alle sportbonden.
Ook de maatregelen op het gebied van educatie en voorlichting vragen om behoorlijke structurele investeringen, met name in de opleidingskosten voor (jeugd)trainers en andere medewerkers die zelfstandig een groep kinderen begeleiden.
"Als we echt veilige en schone sport willen, moeten we een einde maken aan de vrijblijvendheid"
Voor topsporters is voorlichting en empowerment belangrijk om in een vroeg stadium te leren omgaan met het presteren onder druk zonder daarbij de eigen grenzen uit het oog te verliezen. Gerichte training helpt topsporters te leren zich te weren tegen ongewenst gedrag en verleidingen op het gebied van doping en matchfixing.
Het op niveau brengen van handhaving is een kleinere kostenpost, maar voor NOC*NSF van groot belang. Er is dringend versterking nodig van de onderzoekscapaciteit en -kwaliteit van het onafhankelijke Instituut Sportrechtspraak (ISR).
NOC*NSF legt overigens nadrukkelijk geen rekening neer bij één bepaalde partij of bij de overheid, maar pleit voor een constructief gesprek over bijdragen van alle partijen, inclusief de sporter zelf.
'Einde aan de vrijblijvendheid'
Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF: "We willen allemaal een veilig sportklimaat, maar tot nu toe hangen we daar geen prijskaartje aan. Als we echt veilige en schone sport willen, moeten we een einde maken aan de vrijblijvendheid. Net zoals dat in andere sectoren van de samenleving gebeurt. In de kinderopvang en het onderwijs stellen we kwaliteitseisen op het gebied van integriteit en pedagogische vaardigheden. Dat zou net zo vanzelfsprekend moeten zijn voor de sportvereniging waar je kind na school heen gaat."
Binnen de bandbreedte van 16 tot 39 miljoen euro per jaar die de Berenschot-berekening laat zien, ziet NOC*NSF een aantal maatregelen die zeker moeten worden gerealiseerd:
Omgerekend komt dit neer op een structurele investering van ongeveer 31 miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: we besteden in Nederland gezamenlijk (alle betrokken partijen en particulieren) jaarlijks ruim 5 miljard euro aan sport.*
* Nederlandse Sportraad, Brancherapport 2019