“Verandering in het turnen is mogelijk, maar niet makkelijk”

Aimee Boorman staat wereldwijd bekend om haar kindvriendelijke aanpak

“Bij elke andere coach was ik al lang gestopt. Bij Aimee ging het lang vooral om de fun.” Het zijn de woorden van Simone Biles, de meest succesvolle turnster aller tijden met vier keer olympisch goud en negentien wereldtitels. Aimee is Aimee Boorman, haar voormalige trainster die sinds het succes van Biles wereldwijd bekendstaat om haar kindvriendelijke aanpak. Tot aan de Olympische Spelen is ze assistent-bondscoach van het Nederlands team.

Na de Spelen van Rio in 2016 is Boorman gestopt met fulltime coachen. Als consultant reist ze de wereld rond. Ze wil (jonge) coaches met haar visie en praktische aanpak leren hoe het anders kan. “Er zijn genoeg coaches die het goed doen. Maar coaches op het hoogste niveau moeten het goede voorbeeld geven.”

Verander van omgeving

Ooit was Boorman (48) zelf een jonge coach. Ze had zich één ding voorgenomen: nooit wilde ze een turnster zich zo laten voelen zoals zij zich als kind in de turnzaal gevoeld had. Er werd schamper over gedaan. Met haar veel te softe aanpak zou ze geen succes hebben. “Ik heb voor mezelf toen de keuze gemaakt dat het oké was als ik te soft was. In elk geval zouden mijn atleten gelukkig zijn. Mijn atleten bloeiden op meer fronten dan alleen in het turnen op. En juist omdat ze opbloeiden als mensen, werden ze goede turnsters. En toen ze de sport verlieten, waren ze gezond; fysiek en mentaal.”

Het was niet altijd makkelijk om bij haar visie te blijven. Boorman verliet haar eerste club omdat ze zich niet wilde voegen naar de heersende trainingscultuur. Uiteindelijk vond ze een club waar ze zich goed voelde. Ze werkte er zeventien jaar en werkte zich op tot hoofdcoach. “Je kunt het grootste respect hebben voor de technische kwaliteiten van een coach en graag onder hem of haar willen coachen. Maar als je dan ziet hoe kinderen behandeld worden en dat bevalt je niet, dan pas je niet in die club. Verander niet wie je bent, maar verander van omgeving. Zoek een plek waar je past.”

Emotionele ontwikkeling

Ze vertelde dit verhaal in februari, voordat ze betrokken raakte bij de KNGU en het Nederlands team. Ze was begin 2021 op uitnodiging van de Amsterdamse club Turnz een maand in Nederland om haar visie te verspreiden. Nadien was er nog geen gelegenheid om haar te spreken over haar rol bij de KNGU.

Boorman is inmiddels in veel verschillende landen geweest. Bijna overal staan in de opleiding tot turncoach de technische vaardigheden centraal. Hoewel er in de laatste jaren meer ruimte komt voor pedagogiek, vindt ze dat er veel meer aandacht moet komen voor de emotionele ontwikkeling van kinderen én coaches. “Ik denk dat de sleutel naar verandering in het turnen ligt bij dat we de jongere generatie coaches moeten leren hoe ze kinderen en atleten moeten coachen in plaats van hoe ze technische vaardigheden moeten aanleren. Het aanleren van een dubbelsalto is niet zo moeilijk. Maar je verantwoordelijkheid als coach gaat zoveel verder. Turncoaches werken met kinderen. Alles wat je dagelijks zegt en doet, nemen ze de rest van hun leven met zich mee en heeft een impact op elke relatie die ze in de toekomst aangaan.”

"Coaches op het hoogste niveau moeten het goede voorbeeld geven"

Aimee Boorman

Slechte dagen

Niemand is perfect. Boorman zelf ook niet. Ook zij heeft haar slechte dagen, zegt ze. Dagen waarop ze weet dat ze sneller getriggerd zal zijn, waardoor ze soms dingen zegt of doet waar ze later spijt van heeft. “Dat is oké. Ook coaches zijn mensen. We maken fouten. Reflecteren op je eigen gedrag en vervolgens zeggen dat het je spijt is oké.” Het is belangrijk om de triggers te herkennen en erkennen, zegt Boorman. “Dat hebben we nooit geleerd in de opleiding. Als een coach gefrustreerd raakt, komt dat vaak voort uit het gevoel de controle over een situatie te verliezen. In plaats van onze frustratie op onze turnsters af te reageren, moeten we als volwassenen de emotionele controle hebben om te zeggen: ‘Ik ben het even kwijt, ik neem even afstand.’ Ik maak persoonlijk veel werk van het herkennen van mijn triggers en hoe ik daarmee om kan gaan. Maar niet iedere coach doet dat, ook omdat het ons niet wordt geleerd in de opleidingen.”

Ook communicatie met sporters in alle leeftijdsgroepen moet veel hoger op de agenda. Open communicatie tussen sporter en coach is de basis om problemen te voorkomen. Dat begint al bij oprecht te luisteren op het antwoord op de vraag: Hoe is je dag? “Als een atleet zegt dat ze een slechte dag heeft, ga ik naast haar zitten op de grond en zeg: ‘Ik luister naar je.’ Ik ga niet boven iemand staan om te zeggen: ‘Wat is er mis met jou? Waarom ben je nog niet begonnen?’ Kinderen zijn pleasers. Als ze iets niet willen doen, is daar meestal een goede reden voor.”

Verantwoording

Aan de coach de taak om achter die reden te komen en dan het plan zó aan te passen dat de atleet eromheen kan werken. “Vaak is het plan van de coach leidend. Trust the process, zeggen ze. Daar heb ik een hekel aan”, zegt Boorman. “Het is een verkapte vorm van zeggen: ‘Je moet doen wat ik zeg.’ Als coach moet je constant je plannen aanpassen aan iedere atleet afzonderlijk. Als een turnster zegt dat ze zich niet honderd procent voelt, wil ik dat ze me honderd procent geeft van wat ze die dag wél heeft. Ik wil graag weten hoe mijn atleten zich voelen, want dat geeft mij de kans om de plannen aan te passen.”

Niemand is tegen het welzijn van atleten, zegt Boorman. Geen coach zal het vak in gaan om kinderen bewust te schaden. En toch gebeurt het. “Soms omdat coaches zelf zo behandeld zijn. Ze kennen geen andere manier. Daarom is opleiding zo belangrijk. Er moet een standaard komen voor hoe we met kinderen omgaan. En daar moet dan ook verantwoording voor worden afgelegd. Niet alleen om te straffen en te schorsen, want dat gaat het probleem niet oplossen. We willen een set met verantwoordelijkheden waar iedere coach zich aan houdt en zich ook aan kan houden omdat ze zo opgeleid zijn.”

Vrij communiceren

Er zijn nu nog te veel coaches in de wereld die denken dat atleten wegwerpproducten zijn, zegt ze. “Atleten zijn mensen. Als je enige doel is om iemand op het erepodium te krijgen, moet je niet coachen. De waarde van een atleet moet niet gebaseerd zijn op de medailles die ze kan winnen.”

Erkennen van fouten, verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen en oprechte excuses maken zijn essentieel om de coachingcultuur te veranderen, zegt Boorman. En het is zaak om de jonge generatie coaches op de juiste manier op te leiden. “Als atleten in de toekomstige generaties voelen dat ze vrij kunnen communiceren met hun coach, kunnen we pas situaties voorkomen zoals we nu uit de vele verhalen wereldwijd horen. Het zal niet makkelijk zijn, en het zal ook niet snel gerealiseerd zijn. Maar ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is om te komen tot een situatie waarin atleten zich veilig voelen. Het moet ergens beginnen en dat is nu. Omdat er nu zoveel turnsters zo dapper zijn geweest om naar voren te treden.”

Wereldwijde crisis in het turnen

Sinds afgelopen zomer zijn er wereldwijd honderden turnsters naar buiten gekomen met verhalen over mentaal, emotioneel en fysiek misbruik door coaches. In meerdere landen zijn inmiddels kritische rapporten verschenen over de misstanden. In Nederland verscheen in april het onderzoek Ongelijke leggers, naar grensoverschrijdend gedrag in de gymsport.

Dit artikel verscheen eerder in NLCoach Magazine, editie 02, juni 2021.