Eigenbelang versus teambelang: zo vergroot je de focus op het gezamenlijke resultaat

© Shutterstock

De Netflixserie QB1 volgt drie zeer talentvolle American football-quarterbacks uit drie verschillende teams in hun laatste seizoen op high school. Deze jongens willen in dat laatste jaar zo goed mogelijk presteren, en zo veel mogelijk goede beelden van succesvolle veldacties verzamelen, voor een zo groot mogelijke kans op de overstap naar de NCAA Divison 1 college football.

In een van de afleveringen is te zien dat een van de quarterbacks geblesseerd raakt in een wedstrijd, en toch door wil spelen. Want hij wil zichzelf koste wat het kost laten zien. Hiermee benadeelt hij zijn hele team, omdat hij als geblesseerde speler minder goed kan presteren dan de vervangende quarterback. Door de blessure is hij minder goed in staat explosief te bewegen, wordt hij mogelijk afgeleid door de pijn, en speelt hij meer op safe. Ook op de lange termijn kan hij het team benadelen, omdat hij het risico neemt zijn blessure te verergeren. Voor langere tijd uitgeschakeld te worden, betekent dat hij voor een langere tijd niet van waarde kan zijn voor het team.

There is no ‘I’ in TEAM?

Succesvolle teams zijn sterk gefocust op het behalen van gezamenlijke resultaten. Deze teams doen er alles aan om samen een zo goed mogelijk teamresultaat neer te zetten, en maken hierbij het eigenbelang ondergeschikt aan het teambelang. Door echt goed samen te werken, presteren zij als collectief beter.

  • Je moet opvallen
    In de sport is dit een spanningsveld. Want het ondergeschikt maken van je eigenbelang staat haaks op de realiteit. De realiteit is bijvoorbeeld, zoals we zagen bij de quarterback uit QB1, dat je je als individu moet laten zien, om in de toekomst hogerop te kunnen komen. Je moet opvallen, om opgemerkt te worden. Met dat in je achterhoofd, maak je liever een keuze die jou goed uitkomt, dan het team.
  • Rol van de media
    De realiteit is ook dat de buitenwereld, waaronder de media, vooral oog heeft voor individuele prestaties. Sla op een willekeurige maandag de kranten open, en lees verslagen van sportwedstrijden die bol staan van uitspraken over individuele prestaties. Zo viel te lezen in de Volkskrant van 22 februari 2021: ‘Luciano Narsingh verandert zondagmiddag van held in schlemiel. Als huurling van Feyenoord staat hij aan de basis van de snelle 2-0 voorsprong van FC Twente. Maar na rust verprutst hij twee niet te missen kansen, waarna de ploeg van Dick Advocaat alsnog langszij komt’. Alsof de andere tien spelers er niet bij waren. Je moet wel stevig in je schoenen staan om dit in de volgende wedstrijd niet hoe dan ook recht te willen zetten.
  • Achterover hangen
    Eigenbelang vooropstellen kan ook zijn: net iets minder hard werken dan je eigenlijk kan. Omdat de tegenstander niet zo sterk is, omdat je met een sterke formatie op het veld staat en verwacht dat je teamgenoten het klusje wel klaren, omdat je best wel tevreden bent met waar je nu bent, of omdat je je ondergewaardeerd voelt. Jezelf (onbewust) sparen, 90 procent inzet tonen in plaats van 100 procent, noemen we social loafing. Dit komt vaker voor wanneer individuele bijdragen aan het grotere geheel niet goed zichtbaar zijn. En dat is vaak het geval in teamsporten.

Wanneer teamleden, om welke reden dan ook, het eigenbelang vooropstellen, presteert het team niet zoals het zou kunnen

Los zand voorkomen

Wanneer teamleden, om welke reden dan ook, het eigenbelang vooropstellen, presteert het team niet zoals het zou kunnen. Anderen gaan dit overnemen, met als gevolg dat dit de norm wordt. Het team verwordt tot los zand. Gelukkig kan je als trainer-coach verschillende acties ondernemen, om dit te voorkomen of terug te draaien. Om zo de focus van je sporters op gezamenlijke resultaten te vergroten.

  1. Kwaliteiten als uitgangspunt
    Dat teamleden zich willen profileren, is inherent aan de sport, en zorgt voor een spanningsveld. Door te focussen op ieders kwaliteiten, kan je individueel belang én teambelang dienen. Veel sporters en hun trainers-coaches kijken vooral naar wat niet goed gaat, wat verbeterd moet worden. Natuurlijk moet je minder sterke kanten ontwikkelen, maar zet sporters vooral ook in op hun kwaliteiten. Help ze die te ontwikkelen tot wapen. Zo kunnen teamleden optimaal bijdragen aan het teamresultaat, en zich tegelijk profileren als individuele sporter.
  2. Beloon teamgedrag
    Hiernaast is het van groot belang dat je je waardering uitspreekt over gedrag of acties die duidelijk bijdragen aan het teamresultaat. Dit kan zijn de keuze voor een assist, in plaats van zelf voor de score te gaan. Het kan ook zijn het oppeppen van het team op momenten dat iedereen er even doorheen zit. Of door ook tegen zwakkere tegenstanders de hele wedstrijd grote inzet te tonen. Ieder teamlid draagt op zijn of haar unieke manier bij aan het teamresultaat. Door dit te zien en openlijk te waarderen, voorkom je dat spelers ‘dan maar eigen keuzes gaan maken’ of achterover gaan leunen.
  3. Subtiel gedrag veranderen
    Ten derde is het waardevol om met het team te bespreken welke (subtiele) gedragingen het teambelang kunnen ondermijnen, en vervolgens afspraken te maken over wenselijk gedrag. Maak hiervoor bijvoorbeeld een lijst van 10 veelvoorkomende situaties, en formuleer wat hierin gewenst en ongewenst gedrag is. Laat het team hierin vooral meedenken. Niet alleen vergroot dit het draagvlak, ook vergroot dit het inzicht in eigen neigingen en gedrag.

    Een voorbeeld: bij spelerswissels zie je vaak dat de speler die gewisseld wordt, het veld afsjokt, zijn/haar vervanger een slappe ‘high ten’ geeft, en (balend) gaat zitten. Wat doen deze houding en dit gedrag met de vervanger? Geeft dit hem of haar een goed gevoel? Of vooral de boodschap: ‘Balen dat jij erin mag, want ik moet er nu uit’?

    Afspraken maken over hoe je dan wel het veld verlaat, helpt de teamleden te begrijpen wat er precies van ze verwacht wordt. Met afspraken maken ben je er natuurlijk nog niet. Het effect staat of valt met het naleven van de afspraken. Hierin ligt voor jou als trainer-coach een belangrijke rol. Niet alleen in het geven van het goede voorbeeld, ook door scherp te blijven op het gedrag van je sporters. Corrigeer (subtiel) gedrag dat het teambelang ondermijnt, en blijf je waardering uitspreken voor het gedrag dat juist bijdraagt.

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.