Zo bestrijd je wisselende motivatie

Je team gemotiveerd houden tijdens een succesvol seizoen is vaak geen probleem. Maar niet ieder team rijgt de successen aan elkaar, en dat is vaak terug te zien aan de motivatie van sporters tijdens trainingen. De inzet is net wat minder, evenals de focus. Dit gaat ten koste van de energie, het plezier en de ontwikkeling van de sporters.

Ook voor jou als trainer is dit niet erg motiverend. Gelukkig zijn er nog andere factoren dan winst of verlies die de motivatie van sporters beïnvloeden. Het motivationele klimaat in de trainingen is daar één van. En het mooie is: hier heb jij als trainer-coach veel invloed op.

De training van Elin: veel competitie

Elin zorgt er in haar voetbaltrainingen voor dat ze veel competitie-elementen inbouwt. Ze vindt het uiteraard belangrijk dat haar spelers beter worden, maar ze laat met haar feedback en oefeningen vooral merken dat het van belang is om goed te presteren ten opzichte van anderen. Wedstrijden winnen gaat uiteindelijk om meer punten scoren dan je tegenstander, dus reageert ze enthousiast wanneer spelers laten zien dat ze de anderen in de trainingen kunnen verslaan.

De training van Amira: beter worden

Amira traint ook een voetbalteam en zij vindt het belangrijk dat de spelers in haar team elke training een beetje beter worden. Ze complimenteert haar spelers wanneer ze hard werken en wanneer ze ziet dat ze zich persoonlijk verbeteren. Ze sluit haar trainingen meestal af met een partijtje, en dan ziet ze liever dat de spelers nieuwe vaardigheden uitproberen en fouten maken, dan dat ze zich richten op het scoren van meer doelpunten dan het andere team.

Elin creëert een ego-gericht klimaat. Dat betekent dat ze met haar oefeningen en haar feedback (onbewust) aan het team het signaal geeft: je bent succesvol als je wint. Amira daarentegen schept door haar manier van training geven een taakgericht klimaat (Engels: mastery climate). Haar boodschap aan de spelers is: je bent succesvol als je jezelf ontwikkelt. Niet beter zijn, maar beter worden.

Taak versus ego

Onderzoek laat zien dat sporters in een ego-gericht klimaat een sterke ego-oriëntatie ontwikkeld hebben. Zij zien succes als beter zijn dan anderen. Op het veld zie je bij sporters met een sterke ego-oriëntatie veelal een wisselende motivatie en inzet. Zij willen best hard werken, als zij het idee hebben dat ze kunnen winnen. Wanneer ze verwachten in een oefening niet te kunnen laten zien dat ze beter zijn dan een ander, zullen zij minder goed hun best doen of de oefening zelfs vermijden. Sporters met een ego-oriëntatie hebben over het algemeen minder vertrouwen in eigen kunnen, verliezen sneller het plezier en door hun wisselende inzet verloopt hun ontwikkeling minder snel.

In een taakgericht klimaat is de boodschap: wie hard werkt en zich richt op persoonlijke verbetering, zal beter worden. Sporters in zo’n klimaat nemen dit over. Met andere woorden: als ze op deze manier getraind worden, ontwikkelen ze een taakoriëntatie. Ze ontlenen gevoelens van succes aan persoonlijke ontwikkeling. Een sporter met een sterke taakoriëntatie zal eerder doorzetten wanneer het tegenzit en kiest uitdagender taken of tegenstanders. Hij kan een wedstrijd verliezen, en toch tevreden terugkijken, bijvoorbeeld omdat hij erin is geslaagd een nieuwe vaardigheid succesvol uit te voeren onder druk. Zijn motivatie is over het algemeen hoger en minder afhankelijk van de context of van winst of verlies.

In een taakgericht klimaat is de boodschap: wie hard werkt en zich richt op persoonlijke verbetering, zal beter worden

Mag ik nu geen partijtjes meer doen?

Competitie is inherent aan sport. Juist vaak hét onderdeel van sport waar sporters enorm veel plezier aan beleven. Bovendien is het waardevol dat ze in trainingen leren onder druk bepaalde vaardigheden uit te voeren en beslissingen te maken. Het is dan ook niet realistisch om geen competitie-elementen in je trainingen in te bouwen. Om de motivatie, vertrouwen in eigen kunnen en ontwikkeling op peil te houden, is het wel van belang hoe je die partijtjes insteekt, en hoe je feedback geeft. Een aantal tips:

  • Spreek vooraf duidelijk uit wat je verwacht van je sporters. Namelijk dat je meer waarde hecht aan hard werken en dingen uitproberen, dan aan winst.
  • Benadruk het belang van het verbeteren van vaardigheden en inzet, ook (of juist) in oefeningen met een competitie-element. Bijvoorbeeld door feedback te geven als: “Ik zie dat je hard werkt, fantastisch!” En niet: “Goed gedaan, je hebt de meeste punten gescoord”.
  • Complimenteer sporters voor het maken van fouten. En vraag ze wat ze ervan leren als iets niet uitpakt zoals bedoeld.
  • En tot slot: ‘straf’ het verliezende team niet door ze te laten sprinten. Geef beide teams liever de opdracht om te bedenken wat ze leren van dit wedstrijdje voor een volgende keer. Of laat ze bespreken in welke situaties ze risico’s hebben genomen en uitdagingen zijn aangegaan.


Deze tips kunnen je helpen een taakgericht klimaat te scheppen in je trainingen. Wanneer je dit consequent weet te doen, zal je gaandeweg merken dat je sporters meer een taakoriëntatie gaan aannemen. En dat plezier, inzet en doorzettingsvermogen toenemen.

Het creëren van een taakgericht klimaat is trouwens niet de enige manier om de motivatie van je sporters te beïnvloeden. Wil je ontdekken wat je als trainer-coach nog meer kunt doen? Meld je dan aan voor de workshop “Motivatie van je sporters verhogen, in en buiten je trainingen!”

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.